Brexit en de btw

Ook al zijn er nog maar 50 dagen te gaan, de precieze uitkomst van Brexit is nog steeds niet bekend. Het kan uitdraaien op een harde Brexit (no deal) of een soft Brexit. In het eerste geval is er in beginsel geen overgangsrecht en wordt het VK vanaf het moment van de Brexit als derde land voor de btw aangemerkt. Onlangs heeft staatsecretaris Snel in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat er bij een harde Brexit mogelijk toch kortdurend overgangsrecht komt. Bij een soft-Brexit, waarbij een douane-unie wordt gevormd, worden bepaalde maatregelen getroffen, blijven de btw-gevolgen beperkt en zullen pas 1 januari 2021 ingaan.

Actie

Voor ondernemers staan er een aantal actiepunten op de agenda die na de Brexit handel (blijven) drijven met de VK. Zo moet de Nederlandse ondernemer een EORI-nummer aanvragen. Dit nummer is nodig om zaken te doen met ondernemers buiten de EU. Er moet een artikel 23-vergunning worden aangevraagd. In dat geval mag de ondernemer de btw bij invoer van goederen aangeven in de btw-aangifte in plaats van dat de btw bij invoer verschuldigd is. Wellicht is het zinvol om een AEO-vergunning aan te vragen. Bij een AEO-certificering worden door de douane minder fysieke en documentcontroles uitgevoerd. Verder wil de Britse regering de Britse belastingdienst digitaliseren (Making Tax Digital), om te beginnen met de btw. Nederlandse ondernemers die voor de btw zijn geregistreerd in het VK (boven de drempel van 85.000 GBP) dienen hier vanaf de btw-periode die na 1 april 2019 begint rekening mee te houden.

Webcollege

Dit zijn enkele van de onderwerpen die aan bod zullen komen tijdens het BZ-webcollege Brexit en de btw van mr. Carola van Vilsteren op woensdag 6 maart om 15.00 uur.

Filed Under: Brexit, BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws