• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Bijkomende managementdienst artsenmaatschap btw-vrijgesteld

24 juni 2022 door Remco Latour

maatschap artsen

Vindt de uitsplitsing van managementdiensten alleen plaats om inzicht te verschaffen in de vergoeding voor de ondernemer? Dan zijn deze diensten bijkomend. Als de hoofdprestatie btw-vrijgesteld is, is de managementdienst dat ook.

Een maatschap van medisch specialisten was in geschil met de Belastingdienst over de mate waarin de medische specialisten btw-vrijgestelde prestaties verrichtten. Sommige medische specialisten verrichtten namelijk naast medische diensten ook managementdiensten. Rechtbank Noord-Nederland was het met de maatschap eens dat ook de managementdiensten waren vrijgesteld van btw. Zie ook NTFR 2020/3327 en ‘Btw-vrijgestelde managementdiensten voor artsenmaatschap’. De inspecteur ging echter in hoger beroep. Hij stelt dat de maatschap twee soorten diensten verricht. Dat zijn medische specialistische diensten ten gunste van de patiënten en managementdiensten ten gunste van het ziekenhuis. Volgens de Belastingdienst zijn de managementdiensten voor het ziekenhuis niet onder de medische vrijstelling te rangschikken. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt echter dat het ziekenhuis ook de afnemer is van de medische specialistische diensten. Op grond van een samenwerkingsovereenkomst met het ziekenhuis kan de maatschap alleen medische specialistische diensten in het ziekenhuis verrichten. De patiënt is geen partij bij deze overeenkomst.

Wanneer moet men prestaties opsplitsen?

Vervolgens gaat het hof na of men de medisch specialistische diensten en de managementdiensten moet aanmerken als afzonderlijke diensten. Dat zou inderdaad moeten volgens de hoofdregel. Maar als een btw-ondernemer economisch gesproken één dienst verleent, mag men deze niet kunstmatig uit elkaar halen. Zijn verschillende prestaties formeel te onderscheiden, maar zijn zij niet zelfstandig? Dan dient men deze prestaties voor de btw als één prestatie aan te merken.  Er is vooral sprake van één enkele prestatie als twee of meer elementen of handelingen die de ondernemer levert of verricht, zo nauw met elkaar verbonden zijn dat zij objectief gezien één enkele ondeelbare economische prestatie vormen. De splitsing van deze prestatie moet kunstmatig zijn. Dat geldt ook als men een of meer elementen moet zien als hoofdprestatie en de andere elementen als bijkomende prestaties. De bijkomende prestaties delen dan het fiscale lot van de hoofdprestatie.

Alleen uitsplitsing prestatie voor inzicht in vergoeding

Volgens het hof doet deze situatie zich hier voor. De managementdiensten die de medische specialisten verrichten vloeien voort uit de medische specialistische diensten en hangen daarmee nauw samen. Feitelijk vindt hier alleen een uitsplitsing van de managementdiensten plaats om inzicht te krijgen in de opbouw van de totale vergoeding die maatschap ontvangt van het ziekenhuis. Het hof oordeelt dat de managementdiensten bijkomende prestaties zijn die net zoals de medische specialistische diensten zijn vrijgesteld van btw. Daarmee bevestigt het hof de uitspraak van de rechtbank.

Wet: art. 11, eerste lid, onderdeel g sub 1° onder a Wet OB 1968

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 14 juni 2022 (gepubliceerd 24 juni 2022), ECLI:NL:GHARL:2022:5096, 20/00992

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Nieuw besluit over waardering bij schenk- en erfbelasting
Volgende artikel
Van Rij schetst compensatieregeling FSV

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Stoppen-met-roken-zorg geen medische vrijstelling voor btw

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat stoppen-met-roken-programma’s niet onder de medische vrijstelling voor de btw vallen. De bv toont niet aan dat haar coaches beschikken over de vereiste BIG-kwalificaties of een daarmee gelijkwaardig niveau.

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Btw-aangifte

Masterclass Overdrachtsbelasting

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×