• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Kennisgroepsstandpunten FE OB moeten openbaar zijn

29 augustus 2022 door Remco Latour

Geheimhoudingsplicht advocaten

Rechtbank Rotterdam heeft een WOB-verzoek met betrekking tot kennisgroepsstandpunten rond de fiscale eenheid omzetbelasting gegrond verklaard.

Het ministerie van Financiën kreeg op 10 april 2019 een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB). De verzoekster vroeg om de handleidingen en intern beleid die de Belastingdienst in het tijdvak 2000 tot nu gebruikt voor de vraag of sprake is van een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting. Ook vroeg de verzoekster naar handleidingen en intern beleid over wanneer was voldaan aan de voorwaarden voor een FE OB tussen een maatschap en een (werk-)bv. De minister weigerde de volgende stukken af te geven, omdat zij inhoudelijk beleid weergaven:

  • Kennisgroepstandpunt nummer 14-209-0024 inzake de fiscale eenheid omzetbelasting van 14 januari 2014 met het onderwerp ‘Financiële verwevenheid bij inbreng in maatschap van economisch eigendom aandelen in werkmaatschappij’;
  • Kennisgroepstandpunt nummer 17-209-0018 inzake de fiscale eenheid omzetbelasting van 25 september 2018 met het onderwerp ‘FE financiële verwevenheid vof & stemovereenkomst’; en
  • Handboek ‘Fiscale eenheid in de omzetbelasting’.

Recht op inzage handboek

De verzoekster stelde beroep in tegen de weigering van de minister om de documenten openbaar te maken. De minister stelt tijdens de procedure dat het bestaande beleid waarnaar het handboek verwijst al openbaar is. Maar de rechtbank vindt het niet zijn taak om een handboek van bijna 150 pagina’s te doorlopen op te controleren of deze stelling klopt. De rechtbank volgt evenmin het standpunt van de fiscus dat persoonlijke beleidsopvattingen vallen onder de reikwijdte van het WOB-verzoek. Het ligt niet voor de hand dat de verzoekster specifiek vraagt om persoonlijke beleidsopvattingen. Het is aan de fiscus om aan te geven welke onderdelen van de gevraagde informatie zulke opvattingen bevatten. Daarmee is het weigeren van het verstrekken van het handboek onvoldoende gemotiveerd. De verzoekster moet dit stuk alsnog krijgen.

Belang van kennisgroepsstandpunten

Verder stelt de minister dat de kennisgroepstandpunten worden opgesteld naar aanleiding van vragen in een individueel geval. De vragen die de kennisgroepen beantwoorden zien doorgaans op rechtsvragen die een voorlopig standpunt van de Belastingdienst bevatten. Pas nadat het kennisgroepstandpunt onderworpen is geweest aan een beleidstoets en formeel als beleid is vastgesteld, kan het beleid worden. Daarmee zijn de antwoorden op de rechtsvragen aan te merken als persoonlijke beleidsopvattingen, gedaan in het kader van intern beraad. De rechtbank oordeelt echter dat de kennisgroepstandpunten verder reiken dan een enkel concreet geval. Zij hebben materieel dezelfde waarde als formeel vastgesteld beleid. Namelijk een in beginsel vaste gedragslijn binnen de Belastingdienst totdat de fiscus dat formeel als beleid vaststelt of besluit het kennisgroepstandpunt niet over te nemen. Daarom zijn zij wel openbaar te maken. De rechtbank verklaart dan ook het beroep van de verzoekster gegrond.

Wet: art. 7, vierde lid Wet OB 1968 en art. 11 WOB (tekst 10 april 2019)

Bron: Rechtbank Rotterdam 12 juli 2022 (gepubliceerd 11 augustus 2022), ECLI:NL:RBROT:2022:6695, ROT 21/1851

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Nieuwe websites over voorgestelde wijzigingen pensioenstelsel
Volgende artikel
WOZ-waarden in 2022 gemiddeld met 8,6% gestegen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Strikte toepassing grens startersvrijstelling bij overdracht woning

Een koper van een woning die net boven de grens voor de startersvrijstelling zit, moet de volledige overdrachtsbelasting betalen. De rechtbank volgt strikt de wet en ziet geen ruimte voor uitzondering, ook al is het verschil met de waardegrens gering.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Overdrachtsbelasting

Online cursus Btw-aangifte

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×