• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

A-G: Nader onderzoek nodig naar concessieverlening gemeente

1 juli 2024 door Remco Latour

Advocaat-generaal Wattel meent dat de feitenrechter nader onderzoek moet doen naar de vraag of bepaalde reclameactiviteiten van de gemeente belast zijn.

Een gemeente heeft overeenkomsten gesloten met exploitanten van buitenreclame. Deze overeenkomsten houden in dat de gemeente tegen betaling een exclusief recht verleent om reclameobjecten of -boodschappen aan te brengen op gemeentelijke objecten of grond. Op grond van de overeenkomsten verricht de gemeente bepaalde werkzaamheden. Daarbij ontstaan significante overschotten. Daarom meent de Belastingdienst dat de gemeente met betrekking tot de werkzaamheden vennootschapsbelastingplichtig is. De gemeente is het daarmee oneens en start een beroepsprocedure, die uiteindelijk uitmondt in een cassatieprocedure. De kern van het geschil is of de gemeente met haar reclameactiviteiten een materiële onderneming drijft. Als dat het geval is, luidt de volgende vraag of daarvoor de overheidstakenvrijstelling geldt. Gaat het om een onderneming en geldt de vrijstelling niet? Dan is in geschil of de gemeente op de openingsbalans kan activeren:

  • de waarde van de vóór 1 januari 2016 met de exploitanten gesloten contracten (en of ontvangsten daarop zijn af te boeken), en
  • de voor de buitenreclame gebruikte lichtmasten en vri-kasten die op 1 januari 2016 eigendom van de gemeente waren (en of daarop is af te schrijven).

Zorgen over niet kunnen identificeren vermogensbestanddeel

Advocaat-generaal (A-G) Wattel heeft zijn visie gegeven op de kwalificaties van de activiteiten van de gemeente. Hij legt uit dat het aanbieden van openbare ruimte slechts een ondergeschikt aspect is. Deze ruimte blijft namelijk primair dienstbaar aan de publieke zaak en wordt niet op zichzelf beschikbaar gesteld. De A-G acht het daarom begrijpelijk dat de activiteit vooral waarde creëert via de concessie zelf en niet via de ruimte. Wattel vindt het echter verontrustend dat het hof geen significant vermogensbestanddeel heeft kunnen identificeren. De concessies zijn volgens hem vermogensrechten. Hij wijst op tegenstrijdigheden in de hofuitspraak. De A-G betoogt dat de zaak terug moet naar de feitenrechter voor een nieuwe beoordeling, met name betreffende kapitaal- en arbeidskwesties.

Behandeling overige middelen

Hoewel de A-G aan de overige middelen niet toekomt, gaat hij er voor de volledigheid toch op in. Hij vindt de redenering dat de concessieverlening niet vergelijkbaar is met vastgoedverhuur ongegrond. Dat komt door de werkzaamheden die de gemeente uitvoert en hun relatie tot ondernemingsactiviteiten. Een beroep op een overheidstakenvrijstelling die is gebaseerd op het dienen van het samenlevingsbelang, helpt evenmin. Het hof heeft al vastgesteld dat de concessiehouder in competitie is met private partijen, wat dit argument ondermijnt.

Geen activering

De gemeente heeft ook gesteld de lopende contracten te mogen activeren in verband met toekomstige inkomsten. Maar de A-G stelt dat dit niet mogelijk is omdat deze inkomsten rechtstreeks tegenover toekomstige prestaties zullen staan. De gemeente mag evenmin de lichtmasten en stoplichtkasten als activa en afschrijvingspost boeken vanwege reclamedoeleinden. Het karakter en functie van de lichtmasten en vri-kasten verandert niet wezenlijk doordat iemand er reclame aan hangt. Bovendien gaat het in beide gevallen om meer dan 90% publieke dienstbaarheid en daarmee om verplicht niet-ondernemingsvermogen.

Wet: art. 2, eerste lid, onderdeel g, en tweede en achtste lid, 4, onderdeel a en 8e, eerste lid, onderdeel b Wet Vpb 1969

Bronnen: Parket bij de Hoge Raad 14 juni 2024 (gepubliceerd 28 juni 2024), ECLI:NL:PHR:2024:631, 23/04807, Parket bij de Hoge Raad 14 juni 2024 (gepubliceerd 28 juni 2024), ECLI:NL:PHR:2024:658, 24/00124, Parket bij de Hoge Raad 14 juni 2024 (gepubliceerd 28 juni 2024), ECLI:NL:PHR:2024:707, 23/04802 en Parket bij de Hoge Raad 14 juni 2024 (gepubliceerd 28 juni 2024), ECLI:NL:PHR:2024:695, bijlage 23/04807, 23/04802 en 24/00124

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Inzagerecht in fiscaal dossier complex traject
Volgende artikel
Besluit met inwerkingtreding artikelen vrachtwagenheffing gepubliceerd

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Standpunt uitlenen van gelden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. Het gaat om de vraag wat wordt verstaan onder ‘uitlenen van gelden die van derden zijn ingeleend’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel d, Wet Vpb 1969.

Standpunt kwalificatie Sint Maarten bv

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord met welke Nederlandse rechtsvorm een besloten vennootschap, opgericht naar het recht van Sint Maarten vergelijkbaar is.

Standpunt kwalificatie Braziliaanse S.A.

De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen heeft de vraag beantwoord met welke Nederlandse rechtsvorm een Braziliaanse S.A. (Sociedade Anônima) vergelijkbaar is.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

AGENDA

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×