In 2024 had ruim een kwart van de zelfstandigen een schuldenlast bij de Belastingdienst: 27% van de zzp’ers en 31% van de zmp’ers, tegen 5% van de werknemers.
Het percentage zelfstandigen mét belastingschuld daalde iets ten opzichte van een jaar eerder, maar de gemiddelde openstaande bedragen groeiden door: een doorsneeschuld van € 2.700 voor zmp’ers en € 1.900 voor zzp’ers, het hoogste niveau sinds 2014. Begin 2024 stonden er ruim € 5,5 miljard aan belastingschulden open: € 3,0 miljard van zzp’ers, € 1,1 miljard van zmp’ers en € 1,4 miljard van werknemers. Ter vergelijking: in 2019 ging het totaal om € 2,4 miljard voor deze groepen.
Coronacrisis
Tijdens de coronacrisis verdubbelde het aandeel zelfstandigen met een belastingschuld. Na die periode daalde het aantal licht, maar bleef het ruim boven het niveau van vóór corona. Tienduizenden ondernemers kampen met omvangrijke schulden: ruim 22.000 zmp’ers en circa 67.000 zzp’ers hadden een belastingschuld van meer dan € 10.000 in 2024.
Werknemers hebben minder vaak een belastingschuld, maar hun schulden zijn relatief vaker problematisch: 35% van de werknemers met schuld zit in deze moeilijke situatie, tegenover 33% van de zzp’ers en 30% van de zmp’ers. Het aandeel problematische schulden is voor alle groepen sinds 2021 gestegen, en onder zmp’ers vooral tijdens de coronacrisis het snelst. Tegelijkertijd blijkt uit de cijfers dat zelfstandigen met een belastingschuld vaker een negatief vermogen hebben—bij zzp’ers met schuld is dat 22%, bij zzp’ers zonder schuld slechts 7%. Toch heeft ook een meerderheid van zelfstandigen met een schuld een vermogen boven de € 100.000, veelal bedrijfsvermogen dat niet direct vrij te besteden is.
Er zijn aanzienlijke verschillen per sector: onder zzp’ers in de bouw heeft 44% een belastingschuld, fors meer dan in 2019 (toen 24%). Voor zmp’ers in de bouw steeg het aandeel van 15% in 2019 naar 34%. Onder zmp’ers in overheid, onderwijs en zorg heeft nu zelfs 40% een belastingschuld (tegen 12% in 2019). In dienstensectoren als financiële dienstverlening en vastgoed zijn de percentages juist veel lager.
Bron: CBS, 19 november 2025
Omdat niet is aangegeven wat in deze onder belastingschuld wordt verstaan en kennelijk ook de corona subsidies mee tellen vat ik het ook maar ruim op en stel dat bij de nu genoemde ondernemers( 0,1 miljoen) nog een stuk of 1,2 miljoen kunnen worden bijgeteld omdat ze een belastingschuld opbouwen met hun BVtje die later moet worden afgerekend of met behulp van (weer duur betaald)advies wordt doorgeschoven (DSR) naar hun voortzettend nageslacht, al of niet samen met de BOR.