Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat stoppen-met-roken-programma’s niet onder de medische vrijstelling voor de btw vallen. De bv toont niet aan dat haar coaches beschikken over de vereiste BIG-kwalificaties of een daarmee gelijkwaardig niveau.
Een bv biedt tegen betaling stoppen-met-roken-programma’s (SMR-programma’s) aan. Deelnemers kunnen kiezen voor een groepscursus van zeven bijeenkomsten of een individueel traject van zes gesprekken. De begeleiding wordt uitgevoerd door stoppen-met-roken-coaches, die zijn opgenomen in het Landelijk Register Zorgaanbieders en het KABIZ-register. De programma’s vallen onder Zorgstandaard 3 (intensieve begeleiding) uit de Zorgstandaard Tabaksverslaving 2022. In het derde kwartaal van 2023 heeft de bv € 55.548 aan btw op aangifte voldaan. De bv stelt dat haar diensten kwalificeren als gezondheidskundige verzorging van de mens en daarmee zijn vrijgesteld op grond van art. 11 Wet OB. Volgens haar hebben de programma’s een duidelijk therapeutisch doel en zijn de coaches voldoende gekwalificeerd. De inspecteur betwist dit en stelt dat geen beroep kan worden gedaan op de medische vrijstelling. De vraag is of de SMR-programma’s onder de vrijstelling vallen.
Therapeutisch doel staat vast, maar kwalificaties ontbreken
De rechtbank stelt voorop dat roken een verslavingsziekte is en dat alle deelnemers aan de SMR-programma’s aan die ziekte lijden. De programma’s zijn gericht op behandeling van die verslaving en hebben daarmee een therapeutisch doel. Dat de zorg wordt aangemerkt als begeleiding (Zorgstandaard 3) en niet als behandeling (Zorgstandaard 4) vindt de rechtbank niet van doorslaggevend belang. Daarmee is sprake van gezondheidskundige verzorging van de mens. Maar daarmee is de vrijstelling nog niet van toepassing: de diensten moeten worden verricht door beroepsbeoefenaren die beschikken over een BIG-geregistreerde opleiding waarvan de handelingen onderdeel uitmaken. De bv heeft echter niet aannemelijk gemaakt dat haar coaches over deze kwalificaties beschikken.
Geen gelijkwaardigheid met zorg van BIG-beroepsbeoefenaren
De bv doet vervolgens een beroep op het arrest Solleveld en stelt dat haar diensten gelijkwaardig zijn aan SMR-zorg die ook door huisartsen wordt verleend. Volgens de rechtbank kan SMR-zorg van een arts in beginsel onder de vrijstelling vallen, omdat stoppen-met-roken-zorg kwalificeert als handeling op het gebied van de geneeskunst. Maar de bv slaagt er niet in aannemelijk te maken dat haar coaches een kwaliteitsniveau hebben dat gelijkwaardig is aan dat van een arts. Een mbo-opleiding met een meerdaagse cursus voor SMR-coaches is daarvoor onvoldoende, zeker nu niet duidelijk is welke opleiding en achtergrond alle coaches hebben. De rechtbank concludeert daarom dat de vrijstelling niet van toepassing is.
Wet: art. 11 lid 1 onderdeel g Wet OB
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 27-11-2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:8377, BRE – 25 _ 37 | NDFR





Geef een reactie