• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Belastingplan 2020: Overige fiscale maatregelen

25 september 2019 door Anne-Marie Noordenbos

In lijn met eerdere jaren bevat het pakket Belastingplan 2020 een wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen. Hieronder vindt u de belangrijkste wijzigingen die in dit voorstel zijn opgenomen.

Het betreft de volgende voorstellen: 

  • het openbaar maken van vergrijpboeten opgelegd aan medeplegers die beroeps- of bedrijfsmatig bijstand verleenden;
  • het aanpassen van de tonnageregeling;
  • het aanpassen van de definitie vaste inrichting in het kader van het multilateraal instrument (MLI);
  • de implementatie van de Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure (WLTP) om de hoogte van de CO2-uitstoot van een motorrijtuig te bepalen;
  • de keuzeregeling elektronisch berichtenverkeer;
  • het aanpassen van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de erfbelasting;
  • enkele wijzigingen in Belastingwet BES en de Douane- en accijnswet BES;
  • een aantal meer technische wijzigingen dat alleen wordt toegelicht in het artikelsgewijze deel van de memorie van toelichting. 

Aangepast wordt:

     

    Openbaar maken vergrijpboeten opgelegd aan medeplegers die beroeps- of bedrijfsmatig bijstand verleenden

    Voorgesteld wordt om bepaalde onherroepelijk geworden vergrijpboeten die aan beroepsbeoefenaars op grond van medeplegen zijn opgelegd, openbaar te maken. Het enige doel van de maatregel is om het publiek voor te lichten over beroepsbeoefenaars die door middel van medeplegen belastingontduiking of toeslagfraude faciliteren. Over het algemeen zal het gaan om belastingadviseurs, maar er kunnen ook andere dienstverleners onder worden begrepen, zoals notarissen, accountants en advocaten. Hierna zal worden gesproken van de medeplegende beroepsbeoefenaar. Vooropgesteld wordt dat de voorgestelde maatregel dus uitdrukkelijk niet betrekking heeft op alle vergrijpboetes die de Belastingdienst oplegt, maar enkel betrekking heeft op een vergrijpboete die is opgelegd aan een medeplegende beroepsbeoefenaar.  Ten aanzien van deze beroepsbeoefenaars acht het kabinet openbaarmaking gerechtvaardigd. Tot op heden wordt jaarlijks een handvol medeplegerboetes opgelegd. 
     

    Aanpassen inkeerregeling

    Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2019 is de toezegging gedaan te bezien of en zo ja, hoe boetevrije inkeer kan worden uitgesloten voor situaties zoals die zijn gebleken uit de Panama Papers. Dit heeft geleid tot een voorgestelde maatregel die inhoudt dat boetevrije inkeer is uitgesloten voor inkomen uit aanmerkelijk belang. Verder wordt met de maatregel het onderscheid tussen inkomen dat in het buitenland is opgekomen en inkomen dat in het binnenland is opgekomen, weggenomen.

     

     

    Aanpassen definitie vaste inrichting in het kader van het MLI

    Met dit wetsvoorstel wordt voor de invulling van de definitie van het begrip vaste inrichting in de Wet IB 2001, de Wet LB 1964 en de Wet Vpb 1969 aangesloten bij de definitie van dat begrip zoals die geldt voor het van toepassing zijnde belastingverdrag. Dit werkt onder andere door in de bepalingen in de Wet IB 2001 en Wet Vpb 1969 die betrekking hebben op de buitenlandse belastingplicht. Op deze manier bestaat er in verdragssituaties geen verschil tussen het nationale heffingsrecht en de heffingsbevoegdheid die Nederland toekomt op basis van het betreffende belastingverdrag. Eenzelfde systematiek wordt in verdragssituaties overigens reeds gehanteerd bij de toepassing van de objectvrijstelling voor buitenlandse ondernemingswinsten in de vennootschapsbelasting. 
     
    Voor niet-verdragssituaties wordt met de opname van de definitie, in combinatie met enkele andere wijzigingen, bewerkstelligd dat de definitie van het begrip vaste inrichting voor de toepassing van de Wet IB 2001, de Wet LB 1964 en de Wet Vpb 1969 in die situaties aansluit bij de meest recente versie van het OESO-modelverdrag en dus ook bij de wijzigingen van de definitie van het begrip vaste inrichting die zijn aanbevolen in het eindrapport bij actiepunt 7 van het BEPS-project. 

     

    Herzien van de earningsstrippingbeschikking

    In dit wetsvoorstel wordt, conform de systematiek zoals die al geldt voor het verrekenen van verliezen, geregeld dat een beschikking met betrekking tot het voort te wentelen saldo aan renten kan worden herzien als sprake is van een nieuw feit, kwade trouw of een voor de belastingplichtige redelijkerwijs kenbare fout. Ook wordt geregeld dat hiervoor eenzelfde termijn geldt als ook voor navordering van te weinig geheven belasting geldt. Verder wordt in dit wetsvoorstel geregeld dat een beschikking wordt gegeven indien het voortgewentelde saldo aan renten van een eerder jaar in aftrek komt bij het bepalen van de winst van een later jaar. Met de voorgestelde maatregelen wordt aan belastingplichtigen rechtszekerheid gegeven over het in een jaar ontstane saldo aan renten dat in aanmerking kan worden genomen bij het bepalen van de winst van een volgend jaar. Daarnaast dragen de voorgestelde maatregelen bij aan het toezicht door de Belastingdienst. 

     

    Aanpassen afvalstoffenbelasting

    Het voorstel is om in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) een technische wijziging aan te brengen in een van de belastbare feiten van de afvalstoffenbelasting. Het betreft de situatie waarin afvalstoffen binnen een inrichting zijn ontstaan, zoals normaal bedrijfsafval, sloopafval van bedrijfsgebouwen of verbrandingsresten door het verbranden van afvalstoffen. Wanneer dergelijke afvalstoffen in diezelfde inrichting worden verwijderd (dat wil zeggen gestort of verbrand) is er geen sprake van het belastbare feit “de afgifte ter verwijdering van afvalstoffen aan een inrichting”.

     

    Gebruik WOZ-waarden door bestuursorganen

    Op grond van een delegatiebepaling in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) kunnen bestuursorganen worden aangewezen die voor een specifiek omschreven doel bevoegd zijn tot gebruik van het waardegegeven van een onroerende zaak. Dergelijke bestuursorganen zijn aangewezen in het Uitvoeringsbesluit kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken (UB kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet WOZ). Het gaat hierbij bijvoorbeeld om gebruik van de op grond van de Wet WOZ vastgestelde waarde van een onroerende zaak (de WOZ-waarde), het adres waarop de betreffende onroerende zaak is ingeschreven (meta-kenmerk) en de waardepeildatum van de WOZ-waarde (temporeel kenmerk). In sommige gevallen is het echter wenselijk dat een bestuursorgaan alleen de temporele en metakenmerken die bij een waardegegeven behoren kan gebruiken. Daarom wordt voorgesteld de betreffende delegatiebepaling uit te breiden met een dergelijke beperktere aanwijzingsmogelijkheid. 

     

    Gebruik WOZ-waarden door derden

    Tot en met 30 september 2016 bevatte de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) een bepaling met een delegatiegrondslag voor het aanwijzen van derden – niet zijnde bestuursorganen – die het waardegegeven van een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient, kunnen opvragen en die bevoegd zijn dat te gebruiken voor een specifiek omschreven doel. Met dit voorstel wordt deze bepaling heringevoerd met terugwerkende kracht tot en met 1 oktober 2016.

     

    Keuzeregeling elektronisch berichtenverkeer

    Met dit wetsvoorstel wordt een keuzeregeling ingevoerd op grond waarvan de burger kan kiezen of hij berichten van de Belastingdienst elektronisch of per post toegezonden wil krijgen. De gemaakte keuze geldt in beginsel voor alle uitgaande berichten van de Belastingdienst.

     

    Aanpassen belastingrente voor de vennootschapsbelasting

    Voorgesteld wordt de regeling belastingrente aan te passen door te regelen dat geen belastingrente in rekening wordt gebracht als de aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover de belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni) en de belastingaanslag wordt vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte.

     

    Aanpassen belastingrente erfbelasting

    Voorgesteld wordt geen belastingrente in rekening te brengen indien het verzoek om een voorlopige aanslag of de aangifte is ontvangen binnen de aangiftetermijn die in de betreffende situatie geldt indien de (voorlopige of definitieve) aanslag erfbelasting wordt vastgesteld overeenkomstig dat verzoek of die aangifte. Ook wat betreft het tijdvak waarover eventueel belastingrente wordt berekend, wordt voorgesteld aan te sluiten bij de aangiftetermijn die in de betreffende situatie geldt. Dit betekent dat het tijdvak waarover belastingrente wordt berekend, in een dergelijke situatie aanvangt op het moment waarop de in die situatie geldende aangiftetermijn is verstreken.

     

    Implementatie WLTP-testmethode in de autogerelateerde belastingen

    In dit wetsvoorstel worden wijzigingen voorgesteld ter implementatie in de autogerelateerde belastingen van de nieuwe, door de EU ingevoerde, geharmoniseerde testmethode om de CO2uitstoot van lichte voertuigen vast te stellen. Het betreft de invoering van de Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure (WLTP). Deze WLTP-testmethode vervangt de oude geharmoniseerde testmethode, de New European Driving Cycle (NEDC).

     

    Verstrekken identificerende gegevens door financiële ondernemingen

    Voorgesteld wordt in de IW 1990 expliciet vast te leggen welke identificerende gegevens van de houder van een bankrekening de Belastingdienst (via het zogenoemde verwijzingsportaal bankgegevens) kan opvragen bij financiële ondernemingen voor het afboeken van een door de Belastingdienst ontvangen betaling op een in te vorderen bedrag. De voorgestelde maatregel bestendigt de huidige praktijk en verduidelijkt dat de gegevensverwerking rechtmatig is voor de Belastingdienst en financiële ondernemingen. De identificerende gegevens betreffen met betrekking tot een natuurlijk persoon: de naam, het adres (waaronder mede begrepen de woonplaats) en de geboortedatum. In andere gevallen (bijvoorbeeld bij rechtspersonen) betreffen de identificerende gegevens: de naam, het adres (waaronder mede begrepen de vestigingsplaats) en een uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 200762 of hiermee vergelijkbaar identificatienummer.  

     

    Wijzigingen Belastingwet BES en Douane- en accijnswet BES

    Voorgesteld wordt wettelijk vast te leggen dat lichamen die op grond van de Belastingwet BES worden geacht in Nederland te zijn gevestigd, ook verplicht zijn om een gewaarmerkt afschrift van de jaarrekening bij de inspecteur van de Belastingdienst Caribisch Nederland (BCN) in te dienen.

     

    Aanpassen tonnageregeling

    Nederland moet per 1 januari 2020 zijn tonnageregeling aanscherpen op het terrein van tijd- of reischarter, het vlagvereiste en werkzaamheden andere dan vervoer van zaken of personen in het internationale verkeer over zee, daaronder begrepen alle direct met dat vervoer samenhangende werkzaamheden

     

    Aanpassen S&O-afdrachtvermindering

    Voorgesteld wordt het aantal momenten per jaar waarop een S&Overklaring kan worden aangevraagd uit te breiden van drie naar vier.  Tevens wordt voorgesteld om het uiterste moment van het indienen van een aanvraag te stellen op de dag voorafgaand aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, in plaats van ten minste een maand voorafgaand aan die periode. Omwille van de uitvoerbaarheid wordt hier een uitzondering op gemaakt met betrekking tot de periode rond Kerstmis en oud en nieuw, zodat gegarandeerd kan worden dat er ook dan vanuit RVO.nl voldoende ondersteuning kan worden geboden ingeval aanvragers daar behoefte aan hebben. Voor aanvragen die betrekking hebben op de periode die ingaat op 1 januari van een kalenderjaar, wordt daarom voorgesteld de uiterste indieningsdatum te stellen op 20 december van het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

     

    Officiële stukken Overige fiscale maatregelen

  • Wettekst
  • Memorie van toelichting
  • Nader rapport
  • Uitvoeringstoetsen

 

 

Meer uit het Pakket Belastingplan 2020:

  • Wetsvoorstel Belastingplan 2020
  • Wetsvoorstel Bronbelasting 2021
  • Wetsvoorstel fiscale maatregelen Klimaatakkoord
  • Wet Implementatie richtlijn harmonisatie en vereenvoudiging handelsverkeer tussen lidstaten
  • Wetsvoorstel afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven

Filed Under: Auto, Belastingplan, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Aansprakelijkstelling kan leiden tot negatief loon
Volgende artikel
Los af te nemen prestaties zijn zelfstandig voor de btw

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

btw verkoop auto

Koerslijst van vergelijkbaar model geaccepteerd ondanks CO₂-verschil

Ondanks CO₂-verschil is koerslijst geschikt; geen extra schadeaftrek – naheffingsaanslag wel verminderd

woon werkverkeer

Fout Belastingdienst: miljoenen euro’s te veel wegenbelasting uitgekeerd aan provincies

De Belastingdienst heeft door een rekenfout miljoenen euro's te veel wegenbelasting uitgekeerd aan provincies.

Fonds voor gemene rekening

In Belastingplan 2026 aanpak lucratiefbelangregeling

Staatssecretaris Van Oostenbruggen wil in het Belastingplan 2026 een voorstel doen om een ongewenste structuur tegen te gaan waarbij belastingplichtigen met een middellijk gehouden lucratief belang belastingheffing over voordelen uit lucratief belang proberen te ontgaan.

rittenregistratie

Bijtelling privégebruik auto terecht toegepast ondanks gereconstrueerde rittenregistratie

Een werknemer kan de bijtelling voor privégebruik auto niet vermijden met een achteraf opgestelde rittenregistratie. Ook een verbod op privégebruik door de werkgever doet daar niets aan.

Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025

Staatssecretaris Van Oostenbruggen stuurt de Eerste en Tweede Kamer de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Opleidingen

Online cursus Auto van de zaak

Online cursus Auto van de zaak

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


Wilt u een correct e-mailadres invullen?

Inschrijving bevestigen

We hebben u een e-mail gestuurd met daarin een bevestigingslink. Nadat u op deze link heeft geklikt is uw inschrijving bevestigd. Indien u binnen 15 minuten geen e-mail in uw inbox aantreft, controleer dan alstublieft uw spam folder.

Jouw inschrijving is voltooid

Hartelijk dank voor jouw inschrijving voor nieuwsbrief Taxence. Je ontvangt binnenkort jouw eerste nieuwsbrief. Indien je je wilt afmelden kun je gebruik maken van de afmeldlink die in elke nieuwsbrief is opgenomen.

×