• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Uitleg eenheid van prestatie voor btw

6 september 2019 door Remco Latour

In een nieuw besluit gaat de staatssecretaris van Financiën in op de omstandigheden waaronder prestaties door ondernemers hun btw-vrijgestelde karakter blijven behouden als deze ondernemers gaan samenwerken.

In de praktijk komt het voor dat ondernemers die btw-vrijgestelde prestaties verrichten dezelfde werkzaamheden uitvoeren in samenwerking met andere ondernemers. De Belastingdienst kan dan tot het inzicht komen dat de prestaties aan het samenwerkingsverband niet zijn vrijgesteld. De btw-vrijstelling mag echter niet vervallen als sprake is van ondersteunende prestaties die opgaan in een hoofdprestatie, zo oordeelde de Hoge Raad in 2016. Zie: ‘Inspecteur mag samenwerking ROC’s niet extra belasten’. De staatssecretaris heeft naar aanleiding van dit arrest een besluit opgesteld. Hierin legt hij uit wanneer het leerstuk ‘eenheid van prestatie’ van toepassing wordt geacht op de bijkomstige prestaties die de gezamenlijke uitvoering dienen van de van btw vrijgestelde hoofdprestatie. Voor deze toepassing geldt het volgende:

  • De deelnemende ondernemers verrichten in samenwerking een btw-vrijgestelde prestatie. In samenwerking wil hier zeggen onder gemeenschappelijke naam, onder gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en regie en voor gemeenschappelijke rekening.
  • De prestaties van iedere deelnemer afzonderlijk en de prestatie die de deelnemers in samenwerking verrichten, vallen onder dezelfde wettelijke btw-vrijstellingsbepaling van artikel 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
  • Ondersteunende werkzaamheden die men als onderscheiden en zelfstandig moet beschouwen, kunnen samen met de hoofdprestatie van een deelnemer één ondeelbare prestatie vormen. Dit is het geval als de ondersteunende werkzaamheden als bijkomstige prestaties opgaan in de hoofdprestatie van die deelnemer. De staatssecretaris benadrukt dat een prestatie als bijkomstig bij een hoofdprestatie is aan te merken als deze prestatie voor de modale klant geen doel op zich is maar een middel om de hoofdprestatie zo aantrekkelijk mogelijk te maken.
  • Het is mogelijk dat de ondersteunende werkzaamheden niet alleen de uitvoering van de eigen vrijgestelde hoofdprestatie van een deelnemer dienen, maar ook de uitvoering van dezelfde soort vrijgestelde hoofdprestatie die de andere deelnemers verrichten. Dit maakt niet uit als en voor zover de ondersteunende werkzaamheden nodig en gebruikelijk zijn voor de btw-vrijgestelde prestatie die de deelnemers in samenwerking verrichten.
  • Gebruiken de deelnemers ondersteunende werkzaamheden die niet direct nodig en gebruikelijk zijn voor de btw-vrijgestelde hoofdprestatie van de deelnemer(s) en/of de samenwerking? Dan moet men deze ondersteunende werkzaamheden altijd zelfstandig beoordelen voor de btw-heffing.

 

Feitelijke beoordeling blijft nodig

Het is echter niet zo dat in alle gevallen een deelnemer ondersteunende werkzaamheden verricht die opgaan in de btw-vrijgestelde prestatie die de deelnemers in samenwerking verrichten. Bij ieder van de deelnemers moet steeds een feitelijke beoordeling plaatsvinden op basis van het leerstuk ‘eenheid van prestatie’. Het uitlenen van personeel door de ene deelnemer aan de andere deelnemer valt buiten de reikwijdte van het arrest van de Hoge Raad. 

 

Wet: art. 11 Wet OB 1968

 

Bronnen: Staatscourant 9 augustus 2019 (gepubliceerd 4 september 2019), nr. 2019-49313 en Staatscourant 9 augustus 2019 (gepubliceerd 4 september 2019), nr. 2019-49314

Filed Under: BTW & overdrachtsbelasting, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
De meldplicht voor grensoverschrijdende constructies
Volgende artikel
Papieren aangifte erfbelasting 2019 nog mogelijk

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Stoppen-met-roken-zorg geen medische vrijstelling voor btw

Rechtbank Zeeland-West-Brabant beslist dat stoppen-met-roken-programma’s niet onder de medische vrijstelling voor de btw vallen. De bv toont niet aan dat haar coaches beschikken over de vereiste BIG-kwalificaties of een daarmee gelijkwaardig niveau.

woningbouw kavel

Woningtarief bij sloopwoning op meerdere percelen: civielrechtelijk eigendom gebouw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt in de samenhangende zaken 24/02648 en 24/02649 over de vraag of de door X verkregen bouwkavels, waarop respectievelijk een zeer klein deel (circa 1%) en een groot deel (circa 55%) van de voormalige woning, een deel van de buitenmuur en een deel van het terras liggen, als woning in de zin van art. 14 lid 2 Wet BRV 1970 zijn aan te merken.

dienstbetrekking

Geen fiscale eenheid omzetbelasting door ontbreken financiële verwevenheid tussen stichting en bv

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een stichting en een bv geen fiscale eenheid voor de btw vormen, omdat de stichting niet de meerderheid van de zeggenschapsrechten heeft. De naheffingsaanslag omzetbelasting blijft in stand.

subsidie VvE isolatie

Prejudiciële vraag aan HvJ: vormt overdracht verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen

Is de overdracht van een verhuurd appartementencomplex een overgang van een algemeenheid van goederen? De Hoge Raad legt hierover prejudiciële vragen voor aan het HvJ, met name over de toepassing van artikel 37d Wet OB 1968 bij vrijgestelde verhuur en de rol van de intentie van de verkoper.

crypto box 3 jongere

Geen aftrek voorbelasting bij cryptotransacties met uitsluitend EU-klanten

De rechtbank oordeelt dat een cryptoplatform geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor diensten aan buiten de EU gevestigde partijen, als alle klanten binnen de EU wonen. De naheffingsaanslagen omzetbelasting over 2017 en 2018 blijven in stand.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Overdrachtsbelasting

Online cursus Btw-aangifte

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×