Minicamping was geen bron van inkomen

Criteria bron van inkomen

De vraag of sprake is van een bron van inkomen, is voor de belastingplichtige bijvoorbeeld interessant als er verliezen zijn geleden. De belastingplichtige wil deze negatieve resultaten immers graag in aftrek brengen in box 1. In de rechtspraak is uitgemaakt dat sprake is van een bron van inkomen als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:

• er is sprake van deelname aan het economische verkeer;
• met het oogmerk voordeel te behalen;
• en dit voordeel moet redelijkerwijs zijn te verwachten.

Voordeel te verwachten

We gaan verder in op het laatste punt. Winst beogen houdt in dat iemand met de activiteiten probeert voordeel te behalen. Bij dit criterium is ook van belang dat de winst in alle redelijkheid valt te verwachten. Wanneer iemand zich bezighoudt met een onderneming waar geen winst mee valt te behalen, voldoet hij niet aan dit criterium voor bron van inkomen. Zo zijn bijvoorbeeld hobbyactiviteiten bezigheden waarmee geen winst wordt beoogd. Bij werkzaamheden in de hobbysfeer gaat het vaak om activiteiten van geringe omvang met geen reëel uitzicht op een positief resultaat. In de rechtspraak komt dit criterium regelmatig aan de orde. Bijvoorbeeld in een uitspraak van Hof Leeuwarden. 

Minicamping

Een man had vooruitlopend op zijn pensioen een woonhuis met losstaande schuur en bijbehorende grond gekocht. Op het perceel richtte hij een minicamping in, waarvoor hij investeerde in onder meer een kantine, sanitair en twee caravans. Hij sloot hiervoor een hypotheeklening af. De eerste drie jaren (2006 t/m 2008) maakte hij verlies. In 2008 ontving hij wel een subsidie. De man gaf in zijn aangifte inkomstenbelasting 2006 een verlies uit onderneming aan. De inspecteur deed een boekenonderzoek en kwam tot de conclusie dat het runnen van de minicamping geen bron van inkomen vormde. De fiscus stond de aftrek van het verlies daarom niet toe.

Verlies kwam niet in aftrek

In hoger beroep vond Hof Leeuwarden dat de inspecteur het verlies terecht niet in aftrek had toegelaten omdat er in dit geval geen sprake was van een objectieve voordeelsverwachting. Dat zou ook gelden als de financieringslasten niet zouden worden meegenomen in de (negatieve) resultaten. Ook de in het jaar 2008 ontvangen subsidie maakte geen verschil, omdat deze een te incidenteel karakter had. De rechter gaf de campingbeheerder ongelijk en het exploitatieverlies, de investeringsaftrek, de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek mochten niet worden afgetrokken.

Meer informatie: Gerechtshof Leeuwarden, 3 januari 2012, LJN: BV0222

Filed Under: Nieuws, Verdieping, Winst uit onderneming