• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Keuzevermogen: Mislopen vergunning geen reden overgang naar privé

5 februari 2015 door Remco Latour

Als een onderneming een pand, dat kwalificeert als keuzevermogen, eenmaal bestempelt als ondernemingsvermogen, kan hij moeilijk op deze keuze terugkomen. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is het mislopen van een vergunning voor een verbouwing geen reden om het bedrijfspand verplicht te laten overgaan naar het privévermogen.

Vermogensetikettering

Als een natuurlijk persoon een onderneming drijft via een IB-onderneming (eenmanszaak, vof, maatschap enzovoorts), krijgt hij te maken met de problematiek van de vermogensetikettering. Simpelweg gezegd draait het bij vermogensetikettering om de vraag of een vermogensbestanddeel hoort tot het ondernemingsvermogen of tot het privévermogen. Vermogensetikettering speelt zowel een rol in de inkomstenbelasting als in de omzetbelasting. De etikettering in beide belastingen hoeft overigens niet altijd gelijk te zijn. In deze verdieping komt alleen de vermogensetikettering voor de inkomstenbelasting aan bod.

 

Belang vermogensetikettering

Bij het bepalen van de belastbare winst is van groot belang of een bepaald vermogensbestanddeel behoort tot het ondernemingsvermogen of tot het privévermogen. Als een vermogensbestanddeel behoort tot het ondernemingsvermogen, heeft de ondernemer in beginsel recht op aftrek van de bijbehorende kosten. Daar staat tegenover dat waardeveranderingen ook tot de winst kunnen behoren. Wordt een vermogensbestanddeel met winst verkocht, dan is deze winst dus progressief belast tegen maximaal 38% (toptarief 52% -/- 14% MKB-winstvrijstelling). Waardedalingen zijn in beginsel aftrekbaar. Dit alles geldt niet als een vermogensbestanddeel tot het privévermogen behoort. Privévermogen is in het algemeen belast in box 3 met de forfaitaire vermogensrendementsheffing. Overigens zijn er uitzonderingen, zoals de eigen woning of ter beschikking gestelde vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld een privépand dat de belastingplichtige verhuurt aan de bv van zijn partner).

 

Soorten vermogen

Bij vermogensetikettering bestaan drie mogelijkheden. Een vermogensbestanddeel behoort tot:

  • het verplicht ondernemingsvermogen; of
  • het verplicht privévermogen; of
  • het keuzevermogen.

In de eerste twee gevallen heeft de ondernemer weinig keuze. Hij is dan namelijk gebonden aan de redelijkheid. Als een bepaald vermogensbestanddeel naar aard en functie volledig dienstbaar is aan de onderneming, moet de ondernemer het verplicht tot zijn ondernemingsvermogen rekenen. Hetzelfde geldt als hij het vermogensbestanddeel in feite alleen voor privédoeleinden gebruikt. In dat geval zal de ondernemer het verplicht tot het privévermogen moeten rekenen. Voor bepaalde vermogensbestanddelen gelden nadere regels.

 

Schulden

Zo geldt ten aanzien van schulden dat de schuld het activum volgt dat met het geleende geld is aangeschaft. Leent een ondernemer bijvoorbeeld geld voor een auto die hij tot zijn ondernemingsvermogen moet rekenen, dan behoort ook de lening tot het ondernemingsvermogen. Wordt de wagen echter aangemerkt als privévermogen, dan behoort de schuld ook tot het privévermogen (lees: box 3). Dit heeft gevolgen voor de mate waarin de verschuldigde rente aftrekbaar is.

 

Overtollige liquide middelen

Overtollige liquide middelen zijn niet (langer) dienstbaar aan de onderneming tenzij die kasgelden slechts tijdelijk overtollig zijn. Duurzaam overtollige kasgelden vervullen geen functie in de onderneming en behoren daarmee tot het verplicht privévermogen van box 3. Dit wordt niet anders als die duurzaam overtollige kasgelden worden uitgeleend voor bedrijfsvreemde doeleinden of risicovol worden belegd.

 

Keuzevermogen

Als de redelijkheid niet voorschrijft dat een vermogensbestanddeel verplicht ondernemingsvermogen of verplicht privévermogen is, kwalificeert dit vermogensbestanddeel als keuzevermogen. In dat geval heeft de ondernemer volledige vrijheid om het vermogensbestanddeel ofwel tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen, ofwel tot het privévermogen. Uiteraard zal die keuze – die in de boekhouding tot uitdrukking komt – voor een groot deel afhangen van de fiscale gevolgen.

 

Terugkomen op keuze

Heeft de ondernemer eenmaal zijn keuze gemaakt, dan kan hij daar alleen op terugkomen als zich een bijzondere omstandigheid voordoet. In een zaak voor Rechtbank Noord-Nederland stelde een uitbater van een discotheek dat de fiscus in een navorderingsaanslag over 2010 een horecaruimte ten onrechte had gerekend tot zijn ondernemingsvermogen. De man had dit pand eind 2001 gekocht om het te verhuren aan een ex-werknemer die zelf een onderneming was begonnen. Daarbij bedong de uitbater dat hij de keuken van de horecaruimte kon gebruiken om hapjes in de naastgelegen discotheek aan te bieden. Onder deze omstandigheden vormde het gekochte pand keuzevermogen. De man rekende het pand tot zijn ondernemingsvermogen. Om de keuken te kunnen gebruiken voor zijn discotheek, moest hij echter een luik plaatsen. De gemeente weigerde in 2002 de daartoe benodigde vergunning af te geven, want het pand was een monumentenpand. De man meende daarom dat het pand moest worden geherkwalificeerd als verplicht privévermogen.

 

Verhuurd pand

De rechtbank was het niet eens met de uitbater. De rechter verwees naar een arrest van de Hoge Raad (29 augustus 1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2251). Dit arrest zag op de situatie waarin een ondernemer het gebruik voor de onderneming van een gebouw, dat behoort tot zijn ondernemingsvermogen, beëindigt. Als hij het gebouw voor minstens 90% bestemt tot verhuur, staat het hem vrij dit gebouw ook in volgende jaren tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen. Dit was hier ook het geval, aldus de rechtbank. Bovendien bleek uit niets dat de man zijn keuze in 2002 had willen herzien.

Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 27 november 2014 (gepubliceerd 11 december 2014), ECLI:NL:RBNNE:2014:5807

Filed Under: IB-ondernemer, Nieuws, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Geen uitstel van winstneming bij verkoop perceel
Volgende artikel
Denk aan volmacht van gemachtigde

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

tax talks

Nieuwe regels voor beoordeling arbeidsrelaties

Vanaf 2026 treedt het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Vbar) in werking. Het introduceert duidelijke criteria voor werkrelaties, maakt extern ondernemerschap een volwaardig criterium en beëindigt het handhavingsmoratorium. Fiscalisten en ondernemers moeten zich voorbereiden op strengere toetsing door de Belastingdienst.

doorschuiffaciliteit open cv

Standpunt kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap

De Kennisgroep winstbepaling heeft een standpunt ingenomen over de kwalificatie negatieve kapitaalrekening personenvennootschap.

vrouw laptop

Beantwoording nadere vragen Eerste Kamer over gezamenlijke basistarief

Staatssecretaris Heijnen beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de mogelijkheden om de maximale aftrek voor aftrekbare kosten voor een eigen woning te koppelen aan de 1e schijf in box 1 van de inkomstenbelasting.

Geen verhuiskostenforfait bij niet-zakelijke verhuizing voor beperkte nevenwerkzaamheden

Het Gerechtshof Amsterdam wees in juli 2025 een verzoek tot aftrek van verhuiskosten en het forfaitaire bedrag van € 7.750 af. De verhuizing was volgens het hof niet zakelijk noodzakelijk gezien de beperkte omvang van nevenwerkzaamheden naast substantiële loondienst, ondanks aangetoonde geluidsoverlast. Het hoger beroep bleef ongegrond; er is geen recht op aftrek of interne compensatie.

salaris

KvK-inschrijving en btw-nummer onvoldoende voor IB-ondernemerschap bij dga

Hof Den Haag oordeelt dat een man geen ondernemer is voor de inkomstenbelasting, ook al stond hij ingeschreven bij de KvK en droeg hij btw af. De managementvergoeding die hij van zijn bv ontving, is terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×