• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Digitax, GAFA tax of toch gewoon digitale dienstenbelasting?

21 maart 2019 door Tom Vincken

De Europese Commissie publiceerde een wetsvoorstel dat ziet op invoering van een tijdelijke digitale dienstenbelasting  voor internetbedrijven. In de volksmond inmiddels omgedoopt tot digitax of GAFA tax. Volgens Tom Vincken doet de EU er verstandig aan om mondiale consensus, inclusief de VS,  af te wachten.

Uit recent onderzoek van Kieskompas blijkt dat 85% van onze bevolking voor het invoeren van een belasting voor internetbedrijven is. Een kwart van de bevolking is zelfs zeer sterk voor een dergelijke belasting. Het uitgevoerde onderzoek speelt hiermee onder meer in op een eerder dit jaar door de Europese Commissie gepubliceerd wetsvoorstel dat ziet op invoering van een tijdelijke digitale dienstenbelasting  voor internetbedrijven. In de volksmond inmiddels omgedoopt tot digitax of GAFA tax.

Huidige belastingstelsel

De huidige winstbelastingregels zijn ontworpen in de jaren 20 van de vorige eeuw en gaan uit van bedrijfsmodellen waarbij fysieke aanwezigheid een voorname rol speelt in de waardecreatie. Van oudsher is het internationaal aanvaarde uitgangspunt in de winstbelasting daarom dat winst moet worden belast daar waar de waarde gecreëerd wordt. In de niet-digitale economie is dat vaak waar bedrijven fysiek gevestigd zijn. Fysieke aanwezigheid is in de huidige tijd van digitalisering echter steeds minder relevant voor bedrijven. Door snelle digitale ontwikkelingen ontstaat een mismatch tussen de plaats van waardecreatie en belastingheffing. Met de huidige regels is het daardoor lastig om grip te krijgen op digitale ondernemingen. Hierdoor kunnen  verschillen ontstaan tussen van oudsher traditionele bedrijven en digitale bedrijven. Mondiale aanpassing is daarentegen ingewikkeld omdat voor aanpassing van de internationale belastingregels overeenstemming tussen meer dan honderd landen  nodig is. Om te voorkomen dat lidstaten in de tussentijd zelf eenzijdig maatregelen invoeren achtte de EC zich genoodzaakt actie te ondernemen en een mondiale oplossing niet af te wachten.  

Voorstel EC

Het voorstel van de EC introduceerde in eerste instantie een belasting van 3% over de bruto-omzet van een bedrijf op de volgende diensten: (i) het plaatsen van advertenties op een digitale toepassing; (ii) het doorspelen van data die over gebruikers van een digitale toepassing verzameld zijn en (iii) het ter beschikking stellen van bemiddelingsdiensten. Daarnaast dient het totale bedrag aan wereldwijde inkomsten voor het laatste boekjaar hoger te zijn dan EUR 750 miljoen en het totale bedrag aan belastbare inkomsten van een bedrijf in dat boekjaar binnen de EU hoger te zijn dan EUR 40 miljoen. De belasting wordt vervolgens berekend op basis van de locatie van de gebruiker van het IP adres zodat wordt aangesloten bij het doel van het voorstel om diensten te belasten daar waar de waarde gecreëerd wordt. Het maakt hierbij dus niet uit waar een bedrijf fysiek is gevestigd. Aangezien de lidstaten van mening verschillen over de invulling van de digitale dienstenbelasting wordt het initiële voorstel steeds verder uitgekleed. Inmiddels lijkt het er op dat het voorstel zo aangepast wordt dat het zich alleen nog richt op advertentie-inkomsten. Bovendien wordt benadrukt dat het slechts een tijdelijke maatregel is totdat er mondiale consensus is bereikt. Gemikt wordt nu op een akkoord in maart 2019 met een beoogde invoering per 1 januari 2019.

Haken en ogen

Aan het voorstel van de EC zitten verschillende haken en ogen. Door zelfstandig te handelen en niet te wachten op mondiale consensus wordt de relatie tussen de EU en de Verenigde Staten verder onder druk gezet. Het voorstel is in de Verenigde staten slecht gevallen omdat het er op lijkt dat voornamelijk Amerikaanse bedrijven als Google, Amazone, Facebook en Apple geraakt zullen worden. Het voorstel van de EC heeft in de Verenigde Staten daarom de toepasselijke naam GAFA tax gekregen, verwijzend naar deze bedrijven. Daarnaast is het de vraag of bedrijven door het voorstel niet dubbel belast worden. Het lijkt er namelijk op dat de winstbelasting voor een aantal bedrijven wordt vervangen door een omzet gerelateerde belasting. Dit zijn twee aparte grootheden en kan daardoor onevenwichtig uitpakken. Het voorstel lijkt bedrijven hierin echter enigszins tegemoet te komen door de mogelijkheid te bieden de digitale dienstenbelasting als kosten af te trekken van de winstbelasting die in dezelfde lidstaat is betaald. 

Gelet op de verdeeldheid tussen de lidstaten over daadwerkelijke invulling van het voorstel en de inbreuk die het voorstel op de huidige internationaal aanvaarde belastingregels heeft doet de EC er verstandig aan een mondiale consensus in OESO verband, waar ook de Verenigde Staten deel van uitmaakt,  af te wachten.  De OESO verwacht namelijk  in 2019 met een update te komen. Haastige spoed is immers zelden goed.

Tom Vincken is werkzaam bij NautaDutilh. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.

Filed Under: Blogs, Internationaal & Europees recht

Reageer
Vorige artikel
Brexit en directe belastingen – graag een langere overgangstermijn
Volgende artikel
MLI: Big Bang in belastingverdragen

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Opinie | Wanneer geniet je het genot: de verkoop van huurtermijnen

Lekt de Wet tegenbewijsregeling box 3 doordat vooruit ontvangen reguliere voordelen onbelast kunnen blijven? Mr. R.J.C. Segers geeft in deze NTFR Opinie een analyse van de wetgeving aan de hand van vooruit ontvangen huurtermijnen. Lees de hele NTFR/NDFR Opinie gratis via NDFR

UBO-register

Internetconsultatie Wijzigingsbesluit toegang UBO-registers natuurlijke personen en rechtspersonen met legitiem belang

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over het Wijzingingsbesluit toegang UBO-registers voor natuurlijke personen en rechtspersonen met een legitiem belang.

Nederland mag loon van Portugese uitzendkrachten belasten

Een Portugese vennootschap detacheert in 2016 werknemers naar een project in Nederland van een Belgische nv, terwijl de werknemers minder dan 183 dagen in Nederland verblijven en op de Portugese loonlijst staan. Het hof past het materiële werkgeversbegrip uit art. 15, lid 2, verdrag Nederland–Portugal toe en oordeelt dat de Belgische nv de materiële werkgever is, omdat de werknemers onder haar gezag werken en de loonkosten functioneel aan de Nederlandse vaste inrichting zijn toe te rekenen. Daardoor komt de beloning ten laste van de Nederlandse vaste inrichting, zijn de cumulatieve voorwaarden van art. 15, lid 2, niet vervuld en heeft Nederland heffingsrecht; het hoger beroep van de Portugese vennootschap is ongegrond.

Opinie | Geautomatiseerde besluitvorming voor wiens rekening?

De geautomatiseerde uitvoering van belastingwetgeving is niet meer weg te denken en een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van belastingwetgeving. Wel kan automatisering tot verstrekkende gevolgen leiden. Mr. Reza Zeldenrust gaat in zijn NTFR Opinie in op drie situaties waarbij de afhankelijkheid van automatisering tot onwenselijke uitkomsten heeft geleid.

malta

Misbruikbepaling verdrag Nederland-Malta treft Maltese objectvrijstelling

De Hoge Raad bevestigt dat de objectvrijstelling in Malta voor niet‑geremitteerde vermogenswinsten een ‘bijzondere regeling’ is in de zin van artikel 30 van het verdrag Nederland‑Malta. Daardoor mag Nederland de in Nederland behaalde vermogenswinsten van de Maltese bv in de heffing van vpb betrekken.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×