• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Het beroepsverbod voor belastingadviseurs neemt serieuze vormen aan

13 februari 2017 door Mark Hendriks

Aanvankelijk was het beroepsverbod met name aan de orde bij wat zwaardere delicten en zuivere economische vergrijpen. Sinds 1 april 2010 is het beroepsverbod ook aan de orde bij delicten als valsheid in geschrifte en belastingfraude. In de rechtspraak zijn steeds meer gevallen te vinden waarin frauderende adviseurs voor enige jaren worden ontzet uit hun ambt. Echter niet in alle gevallen.

Het beroepsverbod voor de adviseur

Op 6 september 2016 verscheen een arrest van de Hoge Raad over het beroepsverbod. Lijdend voorwerp was in dit geval een frauderende belastingadviseur. Om als adviseur te worden betrokken in het strafrecht is al een nachtmerrie. Maar als de strafrechter vervolgens niet alleen een veroordeling uitspreekt voor medeplegen of medeplichtigheid aan fiscale fraude maar ook nog een beroepsverbod oplegt, zijn de gevolgen voor de adviseur in kwestie desastreus: niet alleen een forse smet op je blazoen maar ook nog een stevige beperking om in je bestaan te voorzien. Hoe reëel is dat? En onder welke omstandigheden kan dat eigenlijk?

 

Ook bij valsheid in geschrifte en belastingfraude

De strafrechter heeft op grond van art. 28, lid 1 sub Sr de mogelijkheid om als bijkomende straf de maatregel van ontzetting uit het beroep op te leggen. Deze straf kan pas worden uitgesproken indien de betrokken strafbepaling daarin expliciet voorziet. Aanvankelijk was het beroepsverbod met name aan de orde bij wat zwaardere delicten en zuivere economische vergrijpen. Sinds 1 april 2010 is het beroepsverbod ook aan de orde bij delicten als valsheid in geschrifte en belastingfraude. Daarmee zijn nadrukkelijk ook frauderende belastingadviseurs en accountants in het vizier gekomen. Omdat het echter gaat om een zware sanctie die een ernstige inbreuk maakt, is de algemene opvatting dat de strafrechter niet te snel moet overgaan tot het opleggen van de maatregel. Het moet voorbehouden zijn aan ernstige gevallen met een groot gevaar voor recidive.

 

Verschillende uitspraken

In de uitspraak van de Hoge Raad van 6 september 2016 was sprake van zo’n ernstig geval. Ten aanzien van een belastingadviseur heeft het Hof in Arnhem al eerder bewezen geacht dat hij ten behoeve van zijn cliënten onjuist of onvolledige aangiften vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting had gedaan (art. 69 AWR). Bovendien werd door het Hof bewezen geacht dat de belastingadviseur ten behoeve van zijn cliënten een leningsovereenkomst valselijk had opgemaakt. In het kader van de strafmaat overweegt het Hof dat gelet op de ernst van het feit en de omstandigheid dat de adviseur al eerder ter zake van een soortgelijk feit was veroordeeld, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf sowieso gerechtvaardigd was. Omdat de adviseur nog steeds werkzaam was in de praktijk en er daarmee een grote recidivekans bestond, besliste het Hof dat de adviseur ontzet moest worden van het recht tot uitoefening van het beroep van belastingadviseur voor de duur van maar liefst vijf jaren.

 

Legaliteitsbeginsel

Het Hof zag echter iets essentieels over het hoofd: het legaliteitsbeginsel. Dat betekent kortweg dat je slechts veroordeeld kunt worden op grond van een voorafgegane strafbaarstelling en niet met terugwerkende kracht. En dus vernietigde de Hoge Raad deze beslissing van het Hof. Omdat de feiten zagen op een periode voor de invoering van het beroepsverbod van 1 april 2010, kon deze sanctie niet door het Hof worden opgelegd volgens de Hoge Raad.

 

Een serieuze tendens?

In deze zaak bij ging het dus net goed voor de adviseur. De oplegging van een beroepsverbod is echter geen incident, zo blijkt uit onderzoek. In de periode voor 1 april 2010 zijn meer dan 120 gevallen bekend van een beroepsverbod. Voornamelijk opgelegd aan frauderende advocaten, boekhouders en assurantietussenpersonen. Ook na 1 april 2010 zijn er in de rechtspraak steeds meer gevallen te vinden waarin frauderende adviseurs voor enige jaren worden ontzet uit hun ambt. Vaak omdat de fraude omvangrijk is en er een groot gevaar voor recidive aanwezig wordt geacht. Daarmee lijkt een nieuwe tendens te ontstaan in de steeds verder toenemende aanpak van (frauderende) adviseurs en accountants.

 

Het beroep van ‘belastingadviseur’

Het verdient aanbeveling voor een adviseur om zich netjes aan het beroep te houden, want niet naleving van het beroepsverbod levert op grond van art. 195 Sr opnieuw een strafbaar feit op. Een beroepsverbod betekent dat de adviseur ook rekening moet houden met allerlei andere vervelende gevolgen, zoals tuchtrechtspraak van zijn beroepsvereniging, de weigering om nog langer als gemachtigde te mogen optreden en de intrekking van het Beconnummer. Waar ik desondanks nog mee worstel, is de definitie van het beroep ‘belastingadviseur’. De twee belangrijkste beroepsgroepen, de NOB en de RB, kennen geen wettelijke status. In beginsel mag iedereen zich dus belastingadviseur noemen. Ook zijn er velen die zich geen belastingadviseur noemen (financiële dienstverleners, zoals accountants, administratieconsulenten, advocaten etc.) maar die zich in hun dagelijkse praktijk wel degelijk als zodanig gedragen. De wetgever is van mening dat de term ‘beroep’ in dit verband ruim moet worden uitgelegd en dat de rechter dit maar feitelijk moet inkleuren. Toch lijkt me de handhaving van dit beroepsverbod nog een hele uitdaging voor het Openbaar Ministerie.

Filed Under: Blogs, Formeel belastingrecht

Reageer
Vorige artikel
Ruisend of toch geruisloos?
Volgende artikel
Wat is een ondernemer?

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Opinie | Wanneer geniet je het genot: de verkoop van huurtermijnen

Lekt de Wet tegenbewijsregeling box 3 doordat vooruit ontvangen reguliere voordelen onbelast kunnen blijven? Mr. R.J.C. Segers geeft in deze NTFR Opinie een analyse van de wetgeving aan de hand van vooruit ontvangen huurtermijnen. Lees de hele NTFR/NDFR Opinie gratis via NDFR

luxemburg

Informatiebeschikking over Luxemburgse bankrekeningen terecht

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de informatiebeschikking terecht heeft opgelegd voor de jaren 2008-2014. Voor de jaren 2015-2018 vervalt de beschikking omdat inmiddels aanslagen zijn opgelegd. De man moet alsnog binnen zes weken de gevraagde informatie over Luxemburgse bankrekeningen verstrekken.

Hof moet ontvankelijkheid hoger beroep aftrek zorgkosten partner opnieuw beoordelen

De Hoge Raad oordeelt dat het hof het hoger beroep van een vrouw ten onrechte heeft afgewezen wegens het ontbreken van een volmacht. Het hof moet opnieuw onderzoeken of de vrouw zelf hoger beroep mocht instellen tegen de aanslag van haar ex-echtgenoot.

contant geld

Negatieve kas en contante stortingen rechtvaardigen navordering en boeten

Het Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen en vergrijpboeten heeft opgelegd aan een ondernemer met negatieve kasstanden en contante stortingen zonder bekende herkomst over 2011 en 2012. De man deed niet de vereiste aangiften en de bewijslast mag worden omgekeerd. Wel ontvangt hij 4.000 euro immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Opinie | Geautomatiseerde besluitvorming voor wiens rekening?

De geautomatiseerde uitvoering van belastingwetgeving is niet meer weg te denken en een belangrijk hulpmiddel voor de uitvoering van belastingwetgeving. Wel kan automatisering tot verstrekkende gevolgen leiden. Mr. Reza Zeldenrust gaat in zijn NTFR Opinie in op drie situaties waarbij de afhankelijkheid van automatisering tot onwenselijke uitkomsten heeft geleid.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×