• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

LJN: BV8141, Rechtbank ‘s-Gravenhage, AWB 10/6416

3 juli 2012 door redactie

Invorderingswet. Bestuurdersaansprakelijkheid. Eiser was vanaf 8 september 2000 bestuurder van de BV. In 2003 heeft de SIOD een strafrechtelijk onderzoek uitgevoerd waarbij onder meer eiser, de BV en een medewerker verdachten waren. Het strafrechtelijk onderzoek leidde er toe dat aan de BV een naheffingsaanslag loonbelasting ter grootte van € 858.503 werd opgelegd. De BV is in 2005 ontbonden. Eiser is door verweerder aansprakelijk gesteld voor het onbetaald gebleven deel van de naheffingsaanslag ter grootte van € 805.929 en voor € 168.551 invorderings­­rente. In geschil is of dit terecht is. De rechtbank oordeelt dat artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet niet leidt tot een inperking, maar juist tot een verruiming van de omstandigheden waaronder een geldige melding van betalingsonmacht kan worden gedaan en dat deze bepaling niet met artikel 36 van de Invorderingswet of enige andere rechtsregel in strijd is. Daarom kon in dit geval geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht worden gedaan omdat de naheffingsaanslag het gevolg is van opzet of grove schuld bij de BV. De rechtbank verwijst daarvoor naar de uitkomsten van het onderzoek van de SIOD. Aan de vraag of sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur, komt de rechtbank niet toe. De door eiser aangevoerde gronden tegen de hoogte van de naheffingsaanslag en het bedrag waarvoor hij uiteindelijk aansprakelijk is gesteld wijst de rechtbank op feitelijke gronden af. Beroep ongegrond.

Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BV8141

Filed Under: Jurisprudentie

Reageer
Vorige artikel
LJN: BV2770, Rechtbank Arnhem, AWB 11/1292
Volgende artikel
LJN: BW4135, Rechtbank Haarlem, AWB 11/3012 & AWB 11/3013

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

btw verkoop auto

Hof: naheffing bpm blijft, € 500 omdat uitspraak rechtbank te laat bekend is

Een naheffingsaanslag bpm blijft staan, maar de bv krijgt € 500 omdat de redelijke termijn in beroep net is overschreden.

Wet betaalbare huur

WOZ 2023: koopsom is leidend, geen gelijkheid met burenappartementen

De WOZ-waarde voor 2023 mag worden gebaseerd op de koopsom uit 2021, ook als die tot stand kwam door overbieden. Het beroep op de meerderheidsregel slaagt niet omdat de burenappartementen niet (nagenoeg) identiek zijn.

Voortgang tegenbewijsregeling box 3

Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer een eerste voortgangsbrief over de hersteloperatie in het kader van de tegenbewijsregeling box 3.

ECLI:NL:RBDHA:2025:24006 Rechtbank Den Haag, 20-11-2025, 24/5003

In geschil is of de aanslag IB/PVV en de aanslag Zvw voor het jaar 2020 naar de juiste bedragen zijn opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een redelijke schatting. De beroepen zijn ongegrond. Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2025:24006&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken

ECLI:NL:RBDHA:2025:23994 Rechtbank Den Haag, 20-11-2025, 24/9270

Eiseres houdt alle aandelen in een Italiaanse vennootschap (de deelneming). De deelneming is geliquideerd en eiseres heeft verzocht om een liquidatieverlies in aanmerking te nemen. In geschil is de hoogte van het in aanmerking te nemen liquidatieverlies. De rechtbank oordeelt dat het in aanmerking te nemen liquidatieverlies € 187.047 bedraagt, omdat alleen eiseres als enig... lees verder

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

AGENDA

Masterclass Het ideale testament – Bestaat dat echt?

Online cursus Digitale nalatenschap in de praktijk: regelen én afwikkelen

Specialisatieopleiding btw en internationaal zakendoen

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×