Belanghebbende is geïdentificeerd als houder van rekeningen bij Van Lanschot Luxemburg. Na de eerste vragenbrief (7 maart 2007) heeft belanghebbende alle informatie over de rekening verstrekt. Na het sluiten van een vaststellingsovereenkomst is op 31 augustus 2007 één navorderingsaanslag vermogensbelasting 1999 opgelegd. De rechtbank oordeelt dat: – er geen sprake was van enig wilsgebrek bij het sluiten van de overeenkomst, – de navorderingsaanslag voortvarend is opgelegd, – de toepassing van de “gewone” navorderingstermijn niet wordt beperkt door het communautaire evenredigheidsbeginsel, – dat het niet afzonderlijk vermelden van de heffingsrente en de vergrijpboete op het aanslagbiljet geen rechtsgevolg heeft nu in de vaststellingsovereenkomst staat dat de vorm waarin de verschillende bedragen geheven worden geen geschilpunt kan zijn in bezwaar en/of beroep, – de overschrijding van de redelijke termijn van 8 maanden geheel aan de inspecteur dient te worden toegerekend. Schadevergoeding € 1.000.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ2575
Geef een reactie