Inkomstenbelasting. De inspecteur beschikte bij het opleggen van de navorderingsaanslag over een nieuw feit, namelijk het feit dat het belastbaar inkomen uit werk en woning van de partner bij uitspraak op bezwaar verminderd werd. Eerst op dat moment werd het de inspecteur bekend dat de aan belanghebbende bij uitspraak op bezwaar verleende heffingskorting te hoog was, omdat als gevolg van de vermindering van het inkomen van de partner hij minder belasting verschuldigd was dan de hem toekomende heffingskorting. In de omstandigheden van dit geval bestond er voor de inspecteur geen plicht om de bezwaarschriften van belanghebbende en haar partner gelijktijdig af te handelen, dan wel voor de afdoening van het bezwaar van belanghebbende het dossier van haar partner te raadplegen. Geen sprake van ambtelijk verzuim.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY3371



Geef een reactie