• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Blog | De ene KIA is de andere KIA niet

14 mei 2020 door Jos van Moorsel

Gisteravond zag ik op tv een advertentie over KIA. Een Koreaans automerk dat onderdeel is van de Hyundai Motor Company. Ze maken personenauto’s als de Ceed, Picanto, Stonic of e-Soul. De naam KIA betekent: opkomende zon (KI) en Azië (A).

Als je een Nederlander vraagt wat KIA is, krijg je natuurlijk te horen: een automerk. Maar voor een fiscalist is dit heel anders. Misschien zal hij ook eerst reageren met “een personenauto” maar meteen daarna zal volgen: “de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek” (wat een woord voor scrabble!). En personenauto’s en kleinschaligheidsinvesteringsaftrek gaan niet samen. Investeringen in personenauto’s zijn uitgesloten van de de KIA.

Maar wat is dan die KIA in de zin van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek? Een ondernemer zal inversteringen doen. En als hij onder een maximum blijft (van € 325.544 in 2020), krijgt hij daarvoor een subsidie van de overheid in de vorm van de KIA, een aftrek op de winst.

Gepuzzel

De KIA is een van de investeringssubsidies naast de EIA en de MIA, de energie- en de milieuinvesteringsaftrek. Met deze subsidies kan de ondernemer zijn investeringen dus goedkoper maken. Er zijn wel voorwaarden gesteld aan waarin geinvesteerd wordt. Voor bepaalde bedrijfsmiddelen kan geen investeringsaftrek worden verkregen, zoals voor woningen. Voor andere bedrijfsmiddelen zoals een personenauto niet bestemd voor beroepsvervoer, geldt dat geen KIA kan worden verkregen maar mogelijk wel een MIA (voor bijvoorbeeld waterstafauto’s of elektrische auto’s). Een heel gepuzzel.

Ook kunnen meerdere ondernemers samenwerken in een maatschap of een vof. Dan wordt de KIA berekend over het totaal van alle investeringen door alle ondernemers te zamen. Dan geldt de bovengrens dus niet per individuele ondernemer maar over het totaal van de investeringen door alle samenwerkende ondernemers. Dit om te zorgen dat de samenwerkende ondernemers niet meer KIA zouden krijgen dan als de onderneming in de vorm van een eenmanszaak zou worden gedreven. En is onlangs een arrest bevestigd (Hoge Raad, 3 mei 2020, nr. 19/03252, ECLI:NL:HR:22020:828).

Wat was het geval? Man en vrouw vormen samen een vof. In 2016 wordt een bedrag geïnvesteerd van € 83.476. Gelet op de tabel is dan een bedrag aan KIA te verrekenen van € 15.687. Iedere partner nam dat bedrag op in zijn aangifte (verminderd met een klein bedrag van € 2.347 dat wordt doorgeschoven naar 2017). De inspecteur kwam op een andere berekening: het bedrag van € 15.687-€ 2.347, dus € 13.340 moet worden verdeeld over de firmanten. Zowel man als vrouw mogen in 2016 een bedrag van € 6.670 opnemen als KIA. De man en vrouw gingen in beroep. Zij waren het niet eens met de laatste stap, de verdeling over de fimanten. Naar hun mening moet de KIA worden afgetrokken van ieders eigen winst.

Redelijke basis

Advocaat-Generaal Niessen heeft in deze zaak conclusie genomen, een rechtskundig advies aan de Hoge Raad. Hij komt met een klein rekenvoorbeeld om de onjuistheid van de stelling van de firmanten te bewijzen: Stel dat honderd ondernemers via een samenwerkingsverband een onderneming drijven en in 2016 ieder € 1.000 hebben geïnvesteerd. Dan is het investeringsbedrag (…) gelijk aan (100 maal € 1.000) € 100.000. Op basis van de (…) tabel in het (…) artikel kan iedere individuele belastingplichtige ondernemer € 15.687 ten laste van de winst brengen. Zonder toepassing van de [samentelbepaling] leidt een investering in een samenwerkingsverband van € 100.000 tot een belastingaftrek – over het geheel van de objectieve onderneming bezien – van € 1.568.700 [simplificatie mijnerzijds].

Naar zijn mening moet het begrip “winst” in dit artikel, in geval van een samenwerkingsverband, worden opgevat als de “winst van de gehele onderneming vóór winstverdeling”. De Hoge Raad is het hiermee eens: voor de toepassing van het tarief en dus voor de totale omvang van de KIA, moet worden gedaan alsof de onderneming van het samenwerkingsverband voor rekening van één belastingplichtige wordt gedreven. De berekening van de rechtbank en de inspecteur worden als correct beschouwd.

De KIA die man en vrouw (samen) kregen, werd in deze zaak verdeeld volgens de tussen hen afgesproken winstverdeling (50:50). Er mag ook een andere verdeling worden gehanteerd mits deze maar op een redelijke basis berust, bijvoorbeeld naar bijvoorbeeld de kapitaalsverhouding, de aandelen in de stille reserves of in gelijke delen.

Zo zie je maar: de ene KIA is de andere niet

Filed Under: Blogs, Winst uit onderneming

Reageer
Vorige artikel
De foutenleer ofwel de rechter als fiscale wetgever
Volgende artikel
Subsidieregeling voor duurzame landbouw opent op 25 mei

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

belastingrente

KGS fiscale verwerking afkoopsom forward starting swap

De Kennisgroep winstbepaling heeft een vraag beantwoord over de fiscale verwerking van een afkoopsom die voortvloeit uit de afkoop van een forward starting swap.

one tier board

Blog | Je wordt genoemd

Richard Beune reageert in zijn blog op een opmerking van A-G Koopman over de kwestie over prejudiciële vragen van de Hoge Raad aan het Europees Hof van Justitie EG over de meldingsregeling van artikel 36 Invorderingswet 1990.

Opinie | Woonplaatsonderzoek begrensd

Een woonplaatsonderzoek maakt een vergaande inbreuk op de privacy van de belanghebbende. De Belastingdienst heeft een werkinstructie opgesteld en een expertisecentrum opgericht om een uniforme werkwijze bij woonplaatsonderzoeken te bevorderen. Daarin staan handvatten die in de praktijk bij een woonplaatsonderzoek kunnen worden gebruikt. Mr. Angelique Perdaems signaleert dat de werkinstructie een verbetering kan zijn, maar... lees verder

balans

De rol van de Wet DB 1917 en balanscontinuïteit

In dit artikel komt de invloed aan bod die de Wet DB 1917 en de balanscontinuïteit heeft op de huidige uitvoeringspraktijk. Die invloed is groter dan men op het eerste gezicht zou vermoeden.

Opinie | Een betrekkelijk groote mate van frischheid

De politierechter in het strafrecht behandelt zaken van relatief eenvoudige aard en kan daardoor vaak direct ten overstaan van partijen mondeling uitspraak doen. In deze NTFR Opinie onderzoekt Michiel Hennevelt in hoeverre het fiscale procesrecht mogelijkheden biedt dit politierechtermodel te benaderen. Daarbij gaat hij in het bijzonder in op de mondelinge uitspraak in belastingzaken en... lees verder

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Masterclass Bedrijfswaardering

Stoomcursus Tax accounting

Online cursus Staken van de onderneming: (turbo)liquidatie, WHOA liquidatie akkoord

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×