
Nederland heeft zoals alle EU-lidstaten de plicht om misbruik van Unierecht te bestrijden. Dat geldt ook voor misbruik van de deelnemingsvrijstelling, voor zover die dient ter implementatie van de Moeder-dochterrichtlijn. Op grond van artikel 6 ATAD moet misbruik van de deelnemingsvrijstelling ook in overige gevallen (dus buiten richtlijngevallen) worden bestreden. Dit roept de vraag op in welke gevallen de deelnemingsvrijstelling dan moet worden geweigerd. Prof. dr. Otto Marres geeft een aanzet tot discussie aan de hand van een aantal voorbeelden.
Lees de hele NTFR/NDFR Opinie gratis via NDFR
Geef een reactie