• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Agenda
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Uitgelicht: Belastingplan 2021

Drie maanden meer tijd voor inbreng met terugwerkende kracht

12 januari 2021 door Remco Latour Leave a Comment

Als de vijftienmaandstermijn voor de geruisloze inbreng in de bv is verstreken in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020, heeft een verlenging van deze termijn met drie maanden plaatsgevonden.

In beginsel staking

Een IB-ondernemer kan op een gegeven moment besluiten om zijn IB-onderneming, bijvoorbeeld een eenmanszaak, in te brengen in een zelf opgerichte aandelenvennootschap. Vaak zal het dan gaan om een bv. De inbreng van de onderneming in een bv of nv leidt tot een fiscale staking van de eenmanszaak. Het gevolg is dat de ondernemer in principe moet afrekenen over zijn aandeel in de stille reserves en goodwill. Ook een eventuele oudedagsreserve valt dan vrij. Een nadeel van deze zogeheten ruisende inbreng is dat de ondernemer inkomstenbelasting moet betalen zonder dat hij liquide middelen heeft ontvangen waarmee hij de belasting kan betalen. Om te voorkomen dat de fiscale regels een inbreng van een IB-onderneming in een bv te veel belemmeren, bestaat de mogelijkheid om geruisloos door te schuiven.

Niet geruisloos in te brengen reserves

Ondernemers hoeven niet af te rekenen over de stille en fiscale reserves en de goodwill die deel uitmaken van hun ondernemingen als zij hun IB-onderneming geruisloost inbrengen. Een ondernemer kan zijn oudedagsreserve echter niet geruisloos inbrengen in een bv. Deze reserve valt dus vrij als de IB-onderneming wordt ingebracht in een bv. Heeft de ondernemer een terugkeerreserve gevormd in verband met een geruisloze terugkeer uit een bv in het verleden? Dan kan hij deze reserve evenmin fiscaal geruisloos inbrengen.

Inbreng samenwerkingsverband

Een samenwerkingsverband van IB-ondernemers, bijvoorbeeld een vof, is eveneens geruisloos in te brengen. Maar daarbij moeten de vennoten wel op een belangrijke voorwaarde letten. Als oprichters van de bv moeten zij in eenzelfde verhouding gerechtigd zijn tot het aandelenkapitaal als zij waren tot het vermogen van de ingebrachte onderneming van de vof.

Niet-ondernemende winstgenieters

De faciliteit van de geruisloze inbreng is uitgesloten voor personen die winst uit onderneming genieten omdat zij aan een ondernemer een lening hebben verstrekt die fungeert als eigen vermogen. Is sprake van een medegerechtigdheid die een rechtstreekse voortzetting vormt van een (mede)gerechtigdheid als ondernemer? Dan kan de medegerechtigde winstgenieter wel de faciliteit toepassen.

Schriftelijk verzoek

Ondernemers moeten een verzoek om toepassing van de geruisloze omzetting schriftelijk indienen bij de Belastingdienst. De voorwaarden waaronder de fiscus de geruisloze inbreng toestaat, zijn opgenomen in de zogeheten standaardvoorwaarden. Als de inspecteur het verzoek inwilligt, zal hij dat doen bij een voor bezwaar vatbare beschikking. Daarbij zal hij kenbaar maken aan welke voorwaarden de bv moet voldoen.

Standaardvoorwaarden

Grofweg gezegd houden de standaardvoorwaarden het volgende in:

  • De aandeelhouder, de voormalige ondernemer dus, mag de aandelen in de bv niet binnen drie jaar na de geruisloze inbreng vervreemden. Dit verbod kent bepaalde uitzonderingen, bijvoorbeeld bij een aandelenfusie. Bovendien bestaat een mogelijkheid tot tegenbewijs.
  • De bv treedt voor wat betreft de fiscale winstberekening zo veel mogelijk in de plaats van de ingebrachte IB-onderneming. De bv zal daardoor werken met de oude fiscale boekwaarden van die onderneming;
  • In het geval van een inbreng van een onderneming in een bestaande bv, moet bij achterwaartse verliesverrekening een soort winstsplitsing plaatsvinden. Zo hoopt de fiscus te voorkomen dat bij de verliesverrekening de samenvoeging van de beide ondernemingen materieel terugwerkende kracht heeft;
  • De bv mag de inbrengende ondernemer crediteren voor inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen die vóór het overgangstijdstip materieel waren verschuldigd. Daarnaast mag een afrondingscreditering plaatsvinden van 5% het gestorte kapitaal op de aandelen, maar hooguit € 25.000;
  • De ondernemer moet in principe bij de oprichting van de bv voor 100% in het geplaatste en gestorte kapitaal deelnemen;
  • De aandeelhouder (voormalige ondernemer) stelt de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijkbelangaandelen op de som van de fiscale boekwaarden van de ingebrachte vermogensbestanddelen. Met deze voorwaarde en het verplicht werken met oude boekwaarden door de bv wisselt de fiscus een IB-claim over box 1 in voor een combinatie van een Vpb-claim en een IB-claim over box 2-inkomsten;
  • De deelnemingsvrijstelling geldt in beginsel niet voor positieve voordelen uit een deelneming tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtrof. Onder bepaalde omstandigheden wordt de bv geacht voordelen uit een deelneming te hebben genoten. Bijvoorbeeld bij de vervreemding van een deelneming;
  • De oprichting van de bv en de inbreng van de onderneming vinden plaats binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip.
  • De bv gaat schriftelijk akkoord met de gestelde voorwaarden en beperkingen.

Coronaversoepeling

De eis dat de oprichting van de bv en de inbreng van de onderneming binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip plaatsvinden, knelde nogal in de coronacrisis. Zo verstreek de termijn voor terugwerking van geruisloze omzetting en geruisloze terugkeer met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019 op 31 maart 2020. Door de coronacrisis was deze termijn soms niet te halen. Zonder nadere maatregelen zou de mogelijkheid tot geruisloze omzetting of terugkeer in het gedrang komen. Dit is niet de bedoeling, zo stelt de staatssecretaris van Financiën. Daarom keurde hij goed dat de genoemde termijn van vijftien maanden wordt verlengd met drie maanden wanneer deze termijn verstrijkt in de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020.

Wet: artikel 3.65 Wet IB 2001

Besluit: Besluit van 30 juni 2010, nr. DGB 2010/3599M

Bronnen: Besluit van 16 juni 2020, nr. 2020/12560 en NTFR 2020/1924

Masterclass inbreng in en terugkeer uit de bv | 21 maart 2021
Vorige artikel
Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie online
Volgende artikel
Nieuw feit verliesbeschikking ondanks uitworp aangifte

Filed Under: Dga & BV, Nieuws, Verdieping, Verdieping

Reader Interactions

Recente berichten

NOB heeft nog veel onbeantwoorde vragen over wetsvoorstel excessief lenen

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs heeft gereageerd op de Nota van het Verslag bij het wetsvoorstel excessief lenen.

Bestemmingswijziging in nabije toekomst verhoogt waarde

Als aannemelijk is dat in de nabije toekomst een woning valt te realiseren in een ter beschikking gesteld pand, moet men dit van Hof Amsterdam meenemen in de waardebepaling.

Doorleenvoordeel is geen aandeelhoudersvoordeel

Stel een aandeelhouder leent geld van zijn bv om dit bedrag vervolgens weer uit te lenen aan een voormalige schuldenaar van de bv.

De Top Tien van Taxence

Traditiegetrouw blikken we aan het einde van het jaar kort terug op de meest gelezen artikelen op Taxence. Een bijzonder jaar met veel fiscaal corona-nieuws.

werkzaamheden als zzp'er

Deels doorschuiffaciliteit bij vererving aandelen

De rechtbank oordeelt dat de onderneming van de deelneming van de holding van erflater een materiële onderneming heeft.

Geef een reactie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Zoeken

AGENDA

Masterclass inbreng in en terugkeer uit de bv

Online workshop Transfer Pricing in het MKB

Masterclass rekening-courantmaatregel: lenen van en aan de bv

Verdiepingscursus DGA-advisering

Recent nieuws

steunpakket ondernemers

‘Geen gevolgen voor getroffen ouders, heel nieuw toeslagensysteem’

Opeenstapeling van zelfde wrakingsverzoeken is misbruik

Bij gering zakelijk gebruik auto geldt grens van 10%

Belastingdienst gebonden aan niet-ingetrokken VAR-wuo

Aanscherping fraudemaatregelen wegens signalen misbruik TVL

Meer berichten

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Agenda
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×