A-G Koopman is van mening dat bij kruislings schenken geen dubbel gebruik mag worden gemaakt van de jubelton-vrijstelling. Het is gewenst dat de Hoge Raad een algemene regel formuleert voor toepassing van fraus legis bij kruislings schenken.
Een broer en zus ontvangen van hun moeder € 100.000 eigenwoningschenking. Een dag later ontvangen zij van een derde een eigenwoningschenking van € 100.000. De moeder heeft aan de kinderen van die derde eveneens in totaal € 200.000 geschonken. De broer en zus doen een beroep op de vrijstelling voor eigenwoningschenkingen maar de inspecteur weigert de vrijstelling op de schenking van de derde toe te passen.
Aan de Hoge Raad wordt gevraagd of kruislings schenken een mogelijkheid is om twee keer van de vrijstelling eigenwoningschenking gebruik te maken of dat dan sprake is van fraus legis. A-G Koopman heeft een conclusie genomen.
Zelfstandige fiscale kwalificatie of fraus legis?
De A-G als leest de bestreden uitspraak zo, dat hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:646 ) veronderstellenderwijs ervan is uitgegaan dat civielrechtelijk de kinderen geacht worden de kruislingse schenking van de derde te hebben ontvangen. De vraag is dan of dit aan de hand van een zelfstandige fiscale kwalificatie of fraus legis fiscaal moet worden gecorrigeerd. Het hof heeft feitelijk vastgesteld dat de schenkingen over en weer in een nauw verband tot elkaar staan. Dat is volgens de A-G onvoldoende om de schenking fiscaal te kwalificeren als een schenking van de moeder aan het eigen kind.
Beweegredenen doorslaggevend voor kruislingse schenkingen
Toepassing van fraus legis is bij zo’n nauw verband niet bij voorbaat uitgesloten. De kinderen betogen dat de wetgever de mogelijkheid van het kruislings schenken (impliciet) heeft aanvaard door na te laten specifieke anti-ontgaanswetgeving te maken. A-G Koopman meent dat in het algemeen uit zo’n nalaten niet een (impliciete) aanvaarding kan worden afgeleid. Daar komt bij dat uit de wetsgeschiedenis duidelijk naar voren komt dat de wetgever deze constructie niet heeft willen aanvaarden. In de uitspraak van het hof ligt besloten dat voor het samenhangend geheel van rechtshandelingen de beweegreden van de betrokkenen het ontgaan van de belastingwet was. Dat is volgens de A-G voldoende voor toepassing van fraus legis in dit geval. De klacht van de kinderen faalt daarom.
A-G: Duidelijkheid gewenst
De mogelijkheid om door kruislings schenken dubbel te kunnen ‘jubelen’ is bekend geworden, zelfs via advertenties in het blad Arts en Auto. Daarom vindt de A-G het belangrijk dat de Hoge Raad duidelijkheid geeft over hoe nauw de samenhang tussen de kruislingse schenkingen moet zijn voor een correctie. Dit kan gebeuren via civiele duiding, fiscale kwalificatie of fraus legis. De A-G geeft de voorkeur aan een correctie op basis van het civiele recht. Civielrechtelijk kan vaak al recht worden gedaan aan de bedoelingen van de schenkers door te beoordelen of er een overeenkomst is ontstaan op basis van wat partijen redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Dit kan blijken uit de inhoud van de rechtshandelingen, hun onderlinge afstemming, de formulering van de akten, de samenhang in tijd en andere omstandigheden.
Algemene regel voor toepassing fraus legis gewenst
Mogelijk is voor toepassing van fraus legis een iets minder strak verband nodig om de betrokken rechtshandelingen als een samenstel in aanmerking te nemen dan in het civiele recht geldt. Maar dan zal er wel een verband tussen beide schenkingen moeten bestaan dat die juridische afdwingbaarheid dicht nadert. De Hoge Raad zou als handreiking aan de feitenrechter en de praktijk wel een wat meer algemene regel kunnen formuleren voor de toepassing van fraus legis. Die regel zou bijvoorbeeld kunnen inhouden dat als de kruislingse schenkingen niet als los van elkaar staand kunnen worden gezien, kan worden aangenomen dat de schenkingen kruislings zijn gedaan met het overwegende oogmerk om schenkbelasting te verijdelen.
Wet: art. 33 aanhef en sub 5, letter c en sub 7 SW 1956 (tekst 20217)
Bron: parket bij de Hoge Raad 11 oktober 2024 (gepubliceerd 25 oktober 2024), ECLI:NL:PHR:2024:1055, 24/01828
Geef een reactie