Een aanslag die door een fout te laag is vastgesteld, mag in stand blijven via interne compensatie als blijkt dat een ander inkomensbestanddeel ter grootte van ruim € 1 miljoen is verzwegen.
Een man doet aangifte IB/PVV 2019 met een inkomen uit werk en woning van € 38.333. Hij geeft geen inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) of sparen en beleggen (box 3) op. De inspecteur wijkt bij de aanslag af en stelt het inkomen uit werk en woning vast op € 46.193 en het inkomen uit box 3 op € 75.970. Na bezwaar wordt het box 1-inkomen iets verlaagd naar € 46.183. De man is het hier niet mee eens en gaat in beroep, waarbij hij alleen de correctie in box 1 bestrijdt. De inspecteur stelt echter dat de totale aanslag niet te hoog is, omdat de man in 2019 minstens € 1.003.417 aan ab-inkomen heeft genoten dat volledig buiten de heffing is gebleven.
Interne compensatie toegestaan
Gerechtshof Amsterdam stelt vast dat een beroep op interne compensatie mogelijk is zolang het uiteindelijke bedrag van de aanslag niet hoger wordt dan oorspronkelijk vastgesteld. De inspecteur heeft gemotiveerd gesteld dat de man ruim € 1 miljoen aan ab-inkomen heeft verzwegen. De man heeft dit niet betwist. Hierdoor is de aanslag, zelfs met de betwiste correcties in box 1, per saldo veel te laag vastgesteld. Het hof oordeelt dat de discussie over de looncorrecties in box 1 daardoor niet meer relevant is; zelfs als de man daar gelijk zou krijgen, blijft de aanslag in stand door de interne compensatie.
Wegingsfactor ongewijzigd
Het hof ziet geen aanleiding om de wegingsfactoren voor de proceskostenvergoeding in bezwaar (0,5) en beroep (0,25) aan te passen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en kent geen vergoeding toe voor het hoger beroep.
Wet: art. 4.12 en 4.13 Wet IB 2001, art. 8:75 Awb
Bron: Gerechtshof Amsterdam 19 november 2025 (gepubliceerd 12 december 2025), ECLI:NL:GHAMS:2025:3291, 25/55 | NDFR





Geef een reactie