• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

EU-Hof: UBO-register mag niet open zijn voor publiek

23 november 2022 door Remco Latour

eu proof

Het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat het te ver gaat om een register met gegevens over uiteindelijk belanghebbenden open te stellen voor de hele bevolking van een lidstaat.

Vennootschappen en andere juridische entiteiten in EU-lidstaten zijn verplicht actuele informatie bij te houden over hun uiteindelijk gerechtigden (ultimate beneficial owners of UBO’s). De lidstaten moeten ervoor zorgen dat deze informatie wordt bijgehouden in een centraal register. Bepaalde partijen kunnen dit centraal register (UBO-register) inzien. Deze verplichtingen vloeien voort uit de vierde anti-witwasrichtlijn. In 2018 is deze richtlijn aangepast. Een van de wijzigingen is dat elk lid van de bevolking het UBO-register kan inzien. Dat wil zeggen, zij moeten in beginsel op zijn minst toegang krijgen tot de volgende gegevens met betrekking tot de UBO:

  • naam;
  • geboortemaand en geboortejaar;
  • woonstaat;
  • nationaliteit; en
  • aard en omvang van het gehouden economische belang.

Luxemburgs UBO-register: het RUB

Luxemburg heeft uitvoering gegeven aan de vierde anti-witwasrichtlijn door het Register van de Uiteindelijk Begunstigden (RUB) in te stellen. In het RUB zijn onder andere de naam, (voor)na(a)men, nationaliteit(en), geboortedag, -maand, -jaar en -plaats, woonstaat en de aard en omvang van het daadwerkelijk gehouden belang van de uiteindelijk begunstigden opgenomen. Al deze informatie is in principe voor iedereen toegankelijk. Het is mogelijk deze toegankelijkheid te beperken vanwege een onevenredig risico van fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie. Een Luxemburgse vastgoedmaatschappij meent dat haar UBO’s deze risico’s lopen. Maar haar verzoek om de informatie minder openbaar te maken is afgewezen. Daarom is de vastgoedmaatschappij een beroepsprocedure begonnen. Ook een andere vennootschap, een SA, heeft beroep aangetekend tegen de afwijzing van haar verzoek tot beperking van de toegankelijkheid van informatie over UBO’s.  

Openheid is niet belangrijk genoeg

Het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat het voor de bevolking toegankelijk maken van de informatie over UBO’s een ernstige inmenging in het recht op privacy vormt. Het recht op privacy is alleen te beperken met maatregelen die noodzakelijk zijn en daadwerkelijk een doelstelling van algemeen belang dienen. De toegankelijkheid tot de informatie over UBO’s komt voort uit het beginsel van openheid. Het Hof oordeelt echter dat openheid geen doelstelling van algemeen belang is. De maatregel om de bevolking toegang te geven tot inzage in het RUB is evenmin passend, noodzakelijk en evenredig om witwassen te bestrijden.

Richtlijn is deels ongeldig

Het Hof ziet daarom reden een deel van de in 2018 ingevoerde wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn ongeldig te verklaren. Het betreft het deel dat ertoe leidt dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de informatie over de UBO’s in alle gevallen voor elk lid van de bevolking toegankelijk is. Wat deze belangrijke uitspraak betekent voor Nederland, is te lezen in ‘Tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit UBO-register’.

Richtlijn: art. 3 en 30, derde, vijfde, zesde en negende lid Richtlijn 2015/849

Bron: Hof van Justitie van de EU 22 november 2022, ECLI:EU:C:2022:912, C-37/20 en C-601/20

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Tijdelijk geen informatieverstrekkingen uit UBO-register
Volgende artikel
Afschaffen spaartaks ook gunstig voor zwartspaarders

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

minimumbelasting

Standpunt berekening inkomen-inclusiebijheffing bij interne overdracht van een laagbelaste groepsentiteit

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een vraag beantwoord over de berekening van het bedrag aan inkomen-inclusiebijheffing ingeval van een overdracht, binnen dezelfde groep, gedurende het verslagjaar, van een laagbelaste groepsentiteit door een in Nederland gevestigde moederentiteit aan een andere moederentiteit die gevestigd is in een andere staat.

zwanger-werknemer

Standpunt Verdrag NL – BEL en heffingsrecht WAZO-uitkeringen ivm zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en België bij uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof en aanvullingen van de werkgever daarop.

Standpunt over zelfstandige die als docent werkt en Verdrag NL-BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over het lerarenartikel in het belastingverdrag Nederland - België. De vraag ziet op een zelfstandige die als docent werkt voor een Nederlandse onderwijsinstelling en vervolgens na twee jaar in dienst treedt als docent bij dezelfde onderwijsinstelling.

azerbedjan

Standpunt kwalificatie huurbetalingen machine onder Verdrag Nederland–Azerbeidzjan

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft de vraag beantwoord of huurbetalingen voor een machine onder het Verdrag Nederland–Azerbeidzjan kwalificeren als royalty’s.

minimumbelasting

Standpunt correctie acute belastinglast uit pre-Pijler 2-verslagjaar

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een standpunt gepubliceerd over de verwerking van een belastingbate in verband met een aanpassing van de acute belastinglast over het verslagjaar 2021, zijnde een verslagjaar dat ligt voor de inwerkingtreding van de Wet minimumbelasting 2024.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×