• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

HvJ bevestigt meldingsplicht intermediairs

29 juli 2024 door Remco Latour

belastende verklaring en anonimiteit

Het Hof van Justitie van de EU oordeelt dat een meldingsplicht voor intermediairs, die voortvloeit uit een Europese richtlijn, een gerechtvaardigde inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven vormt.

De Richtlijn 2011/16/EU schrijft voor dat elke intermediair die betrokken is bij grensoverschrijdende mogelijk agressieve fiscale constructies, die constructies moet melden bij de bevoegde belastingautoriteiten. Is er geen intermediair, dan geldt deze meldingsplicht voor de belastingplichtige. In 2020 hebben een aantal organisaties van advocaten en fiscalisten en enkele balies een beroepsprocedure gestart bij het Belgisch Grondwettelijk Hof. Ze menen dat de Belgische wet tot omzetting van de richtlijn moet worden vernietigd. Hun motivering is dat de richtlijn botst met een aantal bepalingen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en een aantal algemene beginselen van het Unierecht. Het Belgisch Grondwettelijk Hof heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie (hier afgekort als het Hof).

Reikwijdte van meldingsplicht

Het Hof begint met de vaststelling dat het feit dat de richtlijn de meldingsplicht niet beperkt tot de vennootschapsbelasting geen afbreuk doet aan de geldigheid van deze richtlijn in het licht van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie. Een eventuele mindere mate van nauwkeurigheid en duidelijkheid van de terminologie die men hanteert in de door het Hof te onderzoeken bepalingen van de richtlijn doet niet af aan de geldigheid ervan in het licht van de beginselen van rechtszekerheid en legaliteit inzake straffen. Verder oordeelt het Hof dat de uit de meldingsplicht resulterende inmenging in het privéleven van de intermediair en de belastingplichtige voldoende nauwkeurig is omschreven.

Vrijstelling van kennisgevingsplicht alleen voor advocaten

In een eerder arrest heeft het Hof geoordeeld dat de aan een van de meldingsplicht ontheven advocaat opgelegde verplichting om andere bij de fiscale constructie betrokken intermediairs in kennis te stellen van hun eigen meldingsplichten strijdig is met dat beroepsgeheim. Nu verduidelijkt het Hof dat dit eerdere arrest alleen geldt ten aanzien van advocaten in de zin van de richtlijn ter vergemakkelijking van de permanente uitoefening van het beroep van advocaat in een andere lidstaat dan die waar de beroepskwalificatie is verworven. Andere beroepsbeoefenaren die eventueel gerechtigd zijn om de vertegenwoordiging in rechte te verzekeren, kunnen zich niet beroepen op dat arrest. De vertrouwelijkheid van de relatie tussen de advocaat en zijn cliënt geniet namelijk een zeer specifieke bescherming. Deze bescherming houdt verband met de bijzondere positie van de advocaat binnen de rechterlijke organisatie van de lidstaten.

Meldingsplicht is gerechtvaardigde inmenging in privéleven

Ten slotte gaat het Hof in op de meldingsplicht die rust op intermediairs aan wie geen ontheffing van deze verplichting vanwege hun beroepsgeheim is te verlenen. Voor hen en voor de belastingplichtige vormt de meldingsplicht een evenredige en gerechtvaardigde inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven.

Richtlijn: art. 2 en 3 Richtlijn 2011/16/EU

Bronnen: Hof van Justitie van de EU 29 juli 2024, ECLI:EU:C:2024:639, C-623/22 en Hof van Justitie van de EU, Perscommuniqué nr. 119/24

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
KGS toepassing artikel 4.12a Wet IB 2001 bij turboverdeling
Volgende artikel
Werkgever moet CO₂-uitstoot van werknemers bijhouden

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

UBO-register

Internetconsultatie Wijzigingsbesluit toegang UBO-registers natuurlijke personen en rechtspersonen met legitiem belang

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over het Wijzingingsbesluit toegang UBO-registers voor natuurlijke personen en rechtspersonen met een legitiem belang.

Nederland mag loon van Portugese uitzendkrachten belasten

Een Portugese vennootschap detacheert in 2016 werknemers naar een project in Nederland van een Belgische nv, terwijl de werknemers minder dan 183 dagen in Nederland verblijven en op de Portugese loonlijst staan. Het hof past het materiële werkgeversbegrip uit art. 15, lid 2, verdrag Nederland–Portugal toe en oordeelt dat de Belgische nv de materiële werkgever is, omdat de werknemers onder haar gezag werken en de loonkosten functioneel aan de Nederlandse vaste inrichting zijn toe te rekenen. Daardoor komt de beloning ten laste van de Nederlandse vaste inrichting, zijn de cumulatieve voorwaarden van art. 15, lid 2, niet vervuld en heeft Nederland heffingsrecht; het hoger beroep van de Portugese vennootschap is ongegrond.

malta

Misbruikbepaling verdrag Nederland-Malta treft Maltese objectvrijstelling

De Hoge Raad bevestigt dat de objectvrijstelling in Malta voor niet‑geremitteerde vermogenswinsten een ‘bijzondere regeling’ is in de zin van artikel 30 van het verdrag Nederland‑Malta. Daardoor mag Nederland de in Nederland behaalde vermogenswinsten van de Maltese bv in de heffing van vpb betrekken.

Nederland en Thailand sluiten nieuw belastingverdrag

Nederland en Thailand hebben een nieuw belastingverdrag ondertekend. Het vernieuwde verdrag bevat afspraken om belastingontwijking tegen te gaan en moderniseert de bestaande bepalingen. Daarnaast krijgt Nederland opnieuw het recht om belasting te heffen over pensioeninkomsten van Nederlanders die in Thailand wonen.

meldingsplicht grensoverschrijdende constructies

EC publiceert tweede evaluatie DAC

De Europese Commissie heeft de tweede evaluatie gepubliceerd van de DAC (Directive Administrative on Cooperation).

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×