• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Inwoner in Nederland ondanks eigen leven in Turkije

15 juli 2022 door Remco Latour

Istanbul

De woonplaats van een echtgenoot brengt niet mee dat de andere echtgenoot daar ook fiscaal inwoner is. Maar dat echtgenoten een eigen leven leiden sluit evenmin uit dat zij nog steeds tellen als gehuwden.

Een man werkte als piloot voor een vliegtuigmaatschappij. De man had een geschil met de Belastingdienst over zijn fiscale woonplaats in 2015 en 2016. De inspecteur meende dat de man inwoner was van Nederland. Hij had namelijk de Nederlandse nationaliteit en was in 2015 en 2016 (mede-)eigenaar van drie onroerende zaken in Nederland. Tot deze onroerende zaken behoorde ook een woonhuis waar zijn echtgenote en een hun minderjarige dochter woonden. De man stond tot 22 juni 2015 op dat adres ingeschreven. Ook ontving de man in de jaren 2015 en 2016 pensioenuitkeringen uit Nederland ter grootte van € 147.824 respectievelijk € 149.745.

Ook band met Turkije

Maar de man wierp tegen dat zijn standplaats in Turkije was. De Turkse autoriteit had op 3 juli 2015 een woonplaatsverklaring afgegeven. Deze verklaring vermeldde dat de man vanaf 29 juli 2013 inwoner van Turkije was en voor zijn wereldinkomen was belast. Zijn loon bedroeg in de jaren 2015 en 2016 € 127.913 respectievelijk € 132.179. Op dit loon was Turkse belasting ingehouden. Bovendien was de man per 21 juni 2015 geregistreerd op een Turks adres. Pas vanaf 7 oktober 2020 stond hij weer ingeschreven in Nederland. Ook betaalde de man vanaf medio 2016 voor gas, water en licht en had hij diverse Turkse abonnementen. Aanvankelijk zou de rest van zijn gezin ook emigreren naar Turkije. Maar na de mislukte staatsgreep in Turkije besloten zij daarvan af te zien.

Niet duurzaam gescheiden leven

Hof Den Bosch stelt dat de Nederlandse woonplaats van de echtgenote en dochter van de man niet zonder meer betekent dat hij inwoner van Nederland is. Gehuwden zijn immers (civielrechtelijk) niet verplicht samen te wonen om toch een huwelijkse samenleving te hebben. Aan de andere kant is evenmin sprake van duurzaam gescheiden leven. Dat is namelijk pas aan de orde als:

  • minstens een van de gehuwden de huwelijkse samenleving wil verbreken;
  • ieder van hen afzonderlijk een eigen leven leidt alsof hij of zij niet met de ander is getrouwd;
  • minstens een van hen wil dat deze situatie blijvend is.

Nauwste betrekking met Nederland

In de zaak van het hof hebben de echtgenoten aan geen van deze voorwaarden voldaan. Zo bezochten zij elkaar over en weer, gingen samen op vakantie en deelden huishoudelijke uitgaven. Het zelfstandige, eigen leven van de man in Turkije staat daarom niet in de weg aan de conclusie dat zijn persoonlijke en de economische betrekkingen het nauwst met Nederland waren. Het zelfstandige, eigen leven van zijn echtgenote doet daar niets aan af. Het hof oordeelt dat de man fiscaal inwoner is van Nederland.

Verdrag: art. 4, tweede lid, onderdeel a en 18, tweede lid Verdrag NL-Turkije

Wet: art. 4 AWR

Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 29 juni 2022 (gepubliceerd 13 juli 2022), ECLI:NL:GHSHE:2022:2123, 20/00702 en 20/00703

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Besluit Omzetbelasting over ter beschikking stellen van personeel geactualiseerd
Volgende artikel
Stichting bij verhuur pand aan bv moeder is ongebruikelijk

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

minimumbelasting

Standpunt berekening inkomen-inclusiebijheffing bij interne overdracht van een laagbelaste groepsentiteit

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een vraag beantwoord over de berekening van het bedrag aan inkomen-inclusiebijheffing ingeval van een overdracht, binnen dezelfde groep, gedurende het verslagjaar, van een laagbelaste groepsentiteit door een in Nederland gevestigde moederentiteit aan een andere moederentiteit die gevestigd is in een andere staat.

zwanger-werknemer

Standpunt Verdrag NL – BEL en heffingsrecht WAZO-uitkeringen ivm zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en België bij uitkeringen op grond van de Wet arbeid en zorg in verband met zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof en aanvullingen van de werkgever daarop.

Standpunt over zelfstandige die als docent werkt en Verdrag NL-BEL

De Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH aanslag heeft een standpunt ingenomen over het lerarenartikel in het belastingverdrag Nederland - België. De vraag ziet op een zelfstandige die als docent werkt voor een Nederlandse onderwijsinstelling en vervolgens na twee jaar in dienst treedt als docent bij dezelfde onderwijsinstelling.

azerbedjan

Standpunt kwalificatie huurbetalingen machine onder Verdrag Nederland–Azerbeidzjan

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft de vraag beantwoord of huurbetalingen voor een machine onder het Verdrag Nederland–Azerbeidzjan kwalificeren als royalty’s.

minimumbelasting

Standpunt correctie acute belastinglast uit pre-Pijler 2-verslagjaar

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een standpunt gepubliceerd over de verwerking van een belastingbate in verband met een aanpassing van de acute belastinglast over het verslagjaar 2021, zijnde een verslagjaar dat ligt voor de inwerkingtreding van de Wet minimumbelasting 2024.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×