Bij beslissing van 9 maart 2017 heeft de Rechtbank Zeeland/West-Brabant de Hoge Raad ex artikel 27ga AWR verzocht om een prejudiciële beslissing.
Belanghebbende heeft bij de inbreng van zijn registeraccountantskantoor in een BV een gerichte lijfrente in de zin van artikel 45a, lid 5, Wet IB 1964, bedongen. In 2010 en 2012 heeft hij van zijn recht gebruik gemaakt om de lijfrente-uitkeringen voo…
Meer informatie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2017:417
Geef een reactie