Eiser stelt dat hij recht heeft op dwangsommen wegens: a) het niet-tijdig in behandeling nemen van de aangifte IB/PVV, b) het niet-tijdig verstrekken van een inkomensverklaring, c) het weigeren van de registratie van een postadres en d) het niet-tijdig reageren om zijn verzoek om een dwangsom. De rechtbank oordeelt dat in dit geval rechtsgevolgen worden verbonden aan het registreren van eisers …
Meer informatie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2025:2475&pk_campaign=rss&pk_medium=rss&pk_keyword=uitspraken




Geef een reactie