In hoger beroep is in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op persoonsgebonden aftrek, bestaande uit uitgaven voor monumentenpanden, ten bedrage van (afgerond) € 93.805. Het geschil spitst zich daarbij uitsluitend toe op enerzijds de vraag of belanghebbende recht heeft op de door haar gevraagde aftrek van onderhoudskosten als bedoeld in artikel 6.31, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) tot een bedrag van € 86.983,35 en anderzijds de vraag of belanghebbende recht heeft op een afschrijving op het bij haar (mede) in eigendom zijnde monumentenpand ad € 6.250. De aftrek van een bedrag groot (afgerond) € 571 is daarbij niet in geschil.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BX8430




Geef een reactie