Navordering. Ambtelijk verzuim. Belanghebbende, die in België woont, verzoekt in zijn aangifte om vermindering ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van zijn van ABP ontvangen pensioenuitkering. De Inspecteur vraagt belanghebbende deze verwerking nader te onderbouwen. Belanghebbende stuurt een formulier van ABP in waarin is vermeld dat het pensioen in privaatrechtelijke dienstbetrekking is opgebouwd. Na kennisname van dat formulier legt de Inspecteur de primitieve aanslag op overeenkomstig de aangifte. Nadien ontvangt de Inspecteur informatie van een collega, waaruit zou blijken dat de in het formulier van ABP opgenomen kwalificatie onjuist is en dat het pensioen in publiekrechtelijke dienstbetrekking is opgebouwd. In geschil is of sprake is van een navordering rechtvaardigend nieuw feit. Het Hof is van oordeel dat dit niet het geval is, omdat de in het formulier van ABP opgenomen kwalificatie in strijd is met gegevens die de Inspecteur bij de voorbereiding van de primitieve aanslag ter beschikking stonden en die hij ook heeft geraadpleegd. Volgens die gegevens was belanghebbende in publiekrechtelijke dienstbetrekking werkzaam. Omdat de Inspecteur, ondanks deze tegenstrijdige informatie, zonder verder onderzoek de primitieve aanslag overeenkomstig de aangifte heeft opgelegd, heeft hij een ambtelijk verzuim begaan dat aan navordering in de weg staat.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY1989



Geef een reactie