Tussen partijen is in hoger beroep in geschil het antwoord op de vraag of terecht omzetbelasting is nageheven van belanghebbende. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de Inspecteur met betrekking tot de leveringen aan J te Duitsland terecht heeft geoordeeld dat geen recht bestaat op toepassing van het tarief van nihil op de voet van artikel 9, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet) in samenhang met de bij de Wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6. Partijen hebben in hoger beroep overeenstemming bereikt over het aantal ton goederen waarvan de toepassing van het nultarief in geschil is; het geschil is in dit kader beperkt tot 690 ton goederen (kathoden en millberry koper, hierna: het koper), waarvan de gemiddelde prijs, zo zijn partijen ter zitting van het Hof overeengekomen, € 1.916 per ton bedraagt.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BY3215





Geef een reactie