Scholingsuitgaven. Naar het oordeel van de rechtbank heeft belanghebbende aannemelijk gemaakt dat haar partner betalingen heeft gedaan aan een buitenlandse universiteit, dat de betalingen zijn gedaan per creditcard, zoals de universiteit voorschrijft, en dat de universiteit aan hem een certificaat heeft toegekend waarin is vermeld dat hij heeft voldaan aan de minimumvereisten voor de degree Master of Business Administration. Dat acht de rechtbank echter niet voldoende om daaraan de gevolgtrekking te verbinden dat belanghebbende recht heeft op aftrek van scholingsuitgaven. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat de door haar partner verrichte betalingen direct samenhangen met het volgen van een opleiding of een studie, dan wel met het volgen van een procedure erkenning verworven competenties waarvoor een verklaring is afgegeven door een bij ministeriële regeling aangewezen instantie. De rechtbank is van oordeel dat het aan opzet van belanghebbende is te wijten dat de aanslag te laag is vastgesteld en de boete derhalve terecht is opgelegd.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ3516
Geef een reactie