De inspecteur dient zijn hoger beroep in op 19 december 2011 op de grond dat het akkoord gaan met een verlenging van de termijn voor het opleggen van een aanslag meebrengt dat ook de termijn voor het opleggen van een boete wordt verlengd. Nu de Hoge Raad in zijn arrest van 29 april 2011, LJN: BN9685, heeft geoordeeld dat de termijn voor het opleggen van een boete van openbare orde is, was ten tijde van het instellen van het hoger beroep duidelijk dat de door de inspecteur aangevoerde grond geen doel zou treffen, zodat sprake is van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 2, lid 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De termijn voor het opleggen van een boete is van openbare orde (HR 29 april 2011, LJN:BN9685). Dat belanghebbende akkoord was met termijnverlenging voor het opleggen van de (niet betwiste) aanslag doet daar niet aan af..De boete is buiten de driejaarstermijn opgelegd en moet vervallen; er geldt geen vijfjaarstermijn omdat de inspecteur gekozen heeft voor een aanslag en niet voor een navorderingsaanslag. Inspecteur moest bij instellen hoger beroep beseffen dat dit bij voorbaat kansloos was: bijzondere omstandigheid in het kader van de proceskostenveroordeling
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ3675
Geef een reactie