Verzet tegen kennelijke ongegrondverklaring van het beroep van belanghebbende. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur ten onrechte heeft nagelaten belanghebbende een (nieuwe) termijn te verlenen voor het indienen van de bezwaargronden en belanghebbende evenmin erop heeft gewezen dat het bezwaar niet-ontvankelijk kan worden verklaard als geen gronden van bezwaar worden ingediend, alvorens het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk te verklaren. Omdat de inspecteur het bezwaar van belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, had kennelijk ongegrond verklaring van het beroep achterwege moeten blijven. Verzet gegrond.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ3892
Geef een reactie