Afwijzing aanvraag WIA-uitkering, omdat appellant ten opzichte van de eerdere WIA-beoordeling niet meer beperkingen uit dezelfde ziekte-oorzaak had. Uitleg artikel 55 WIA. Wetsgeschiedenis. Memorie van Toelichting. Artikelsgewijze toelichting. Naar de bewoordingen ervan ziet artikel 55, eerste lid, onder b, van de Wet WIA op degene voor wie op de dag, bedoeld in artikel 54, tweede lid, geen recht op een WGA-uitkering is ontstaan omdat hij niet gedeeltelijk arbeidsongeschikt was, die nadien – binnen de in het derde lid van artikel 55 van de Wet WIA bedoelde termijn – alsnog gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en die gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde ziekteoorzaak als die op grond waarvan hij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van zijn arbeid. Anders dan in artikel 43a, eerste lid, onder b, van de WAO wordt niet als voorwaarde gesteld dat bij de eerdere weigering van uitkering sprake moet zijn geweest van ongeschiktheid voor het eigen werk op de eerste dag na afloop van de wachttijd. Bij het licht van deze op zich niet voor tweeërlei uitleg vatbare wettekst, wordt in de omstandigheid dat de wetgever blijkens de Memorie van Toelichting met de in artikel 55 van de Wet WIA opgenomen regeling heeft beoogd het huidige beleid (artikel 43a van de WAO) voort te zetten, onvoldoende ruimte gezien voor een andersluidende uitleg. De arbeidsongeschiktheid van appellant per september 2009 was niet toegenomen ten opzichte van de WIA-beoordeling in 2007. In de FML van april 2007 werd bij het vaststellen van de belastbaarheid rekening gehouden met beperkingen ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren van appellant. Met de door appellant overgelegde informatie is onvoldoende onderbouwd dat de lichamelijke beperkingen van appellant zijn toegenomen.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ6925
Geef een reactie