Achmea heeft in strijd gehandeld met artikel 3 van het beheersmodel paramedische zorg dat voorschrijft de kwaliteitstoetsing bij de zorgverlener te laten uitvoeren door een door de beroepsgroep ingestelde commissie. Achmea heeft in het kader van de kwaliteitstoetsing een particulier onderzoeksbureau opdracht gegeven een audit bij de betrokken zorgverlener uit te voeren. Dit bureau is geen door de beroepsgroep ingestelde commissie, maar een commercieel onderzoeksbureau. Onder de in het vonnis geschetste omstandigheden had Achmea niet op basis van het rapport van het onderzoeksbureau mogen concluderen dat de praktijk van de zorgverlener niet voldeed aan de overeengekomen doelmatige noodzakelijke zorg, mede gelet op de inhoudelijke reactie van de zorgverlener op het auditrapport, de beroepsmogelijkheid en het feit dat de zorgverlener een specifieke patiëntenpopulatie had ten gevolge waarvan deze praktijk een bovengemiddeld aantal behandelingen verrichtte. Zonder deugdelijke vaststelling dat de zorgverlener niet heeft voldaan aan de overeengekomen kwaliteitseisen, bestaat er geen contractuele grond voor terugvordering van de door Achmea uitgekeerde vergoedingen.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ7032
Geef een reactie