De rechtbank vermindert de verzuimboete wegens het te laat doen van aangifte IB van € 984 tot € 250. De rechtbank acht het terecht dat aan belanghebbende een verzuimboete is opgelegd, nu niet in geschil is dat is voldaan aan de voorwaarden voor het opleggen daarvan en ook een fiscale leek zich bewust moet zijn van zijn verplichting te reageren op een aan hem uitgereikte aangifte. Nu belanghebbende voor het onderhavige jaar, evenals voor voorgaande jaren, recht heeft op een belastingteruggaaf, er volgens de inspecteur geen aanwijzingen zijn en waren dat belanghebbende naast zijn loon ook uit andere bronnen inkomen geniet of vermogen heeft en de inspecteur de reden voor uitreiking van de aangifte aan belanghebbende niet wist, staat de opgelegde verzuimboete naar het oordeel van de rechtbank onevenredig in verhouding tot de ernst van de gedraging op grond waarvan zij is opgelegd en tot het met de boete te dienen doel. De rechtank acht een boete van € 250 passend en geboden.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ7975
Geef een reactie