De rechtbank oordeelt dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in 2009 in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 26 van het IVBPR en artikel 14 van het EVRM en dat ook andere verkrijgers recht hebben op toepassing van de faciliteit. De rechtbank wijzigt de aan een erfgenaam opgelegde aanslag successierecht in dier voege dat deze voor 75% beschouwd moet worden als een conserverende aanslag als bedoeld in artikel 31a in samenhang met artikel 35c, eerste en tweede lid, van de Succesiewet. Naar het oordeel van de rechtbank kan zij zelf in de zaak voorzien in rechtsherstel nu dat, anders dan het geval was in de zaak die is beoordeeld door de Hoge Raad in zijn arrest van 14 juli 2000, nr. 35059, LJN BI7527, niet leidt tot strijd met het stelsel van de Successiewet.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ8593
Geef een reactie