Invorderingsrente. Belanghebbende. Proceskosten. Schadevergoeding. Eiseres en B BV behoren tot een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting waarvan eiseres de moedermaatschappij is. Per brief deelt de ontvanger aan eiseres mee dat hij een aan haar verleende teruggaaf vennootschapsbelasting heeft verrekend met een aan B BV opgelegde aanslag kansspelbelasting en de ter zake van die aanslag in rekening te brengen invorderingsrente. De brief bevat een rechtsmiddelverwijzing en eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking invorderingsrente. De rechtbank oordeelt dat sprake is van een voor bezwaar vatbare beschikking en dat de invorderingsrente feitelijk ten laste komt van B BV. Daarmee is de invorderingsrente overeenkomstig de wettelijke voorwaarden, rechtsgeldig aan B BV in rekening is gebracht. De onjuiste adressering aan eiseres levert op zich geen grond op voor vernietiging van de beschikking. Verweerder had het bezwaar daarom niet ongegrond, maar niet-ontvankelijk moeten verklaren omdat het niet is ingediend door de belanghebbende tot wie de beschikking zich richt. Omdat het beroep alleen daarom gegrond wordt verklaard wijst de rechtbank het verzoek om integrale vergoeding van proceskosten en schadevergoeding af.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=BZ9660
Geef een reactie