Artikel 36 Invorderingswet, bestuurdersaansprakelijkheid. Belanghebbende is bestuurder van zowel A BV als B BV. De BV’s hielden zich bezig met uitzend- en detacheringswerkzaamheden. Belanghebbende is aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven omzetbelastingschulden van A BV. In de onderhavige procedure stelt belanghebbende dat A BV en B BV eigenlijk een fiscale eenheid vormden voor de omzetbelasting. De naheffingsaanslagen hadden daarom aan de fiscale eenheid opgelegd moeten worden in plaats van aan A BV en B BV afzonderlijk. In het onderhavige geval is tussen partijen niet in geschil dat – met betrekking tot de voor het onderhavige geval relevante tijdvakken – de omzetbelastingschuld van de fiscale eenheid niet lager zou uitvallen dan de som van de individuele belastingschulden van A BV als B BV tezamen. Gelet op Hoge Raad BNB 1991/79 zou het al dan niet bestaan van de fiscale eenheid, geen consequenties hebben gehad voor de aan A BV opgelegde naheffingsaanslagen. Deze zouden in stand moeten blijven. Belanghebbende heeft dan ook geen baat bij zijn stelling.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA0884
Geef een reactie