1. Het hof veroordeelt de verdachte voor overtreding van artikel 13 van de Flora-en faunawet, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd. Het beroep op afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid van de bewezenverklaarde feiten, slaagt niet. 2. Uitleg begrip ‘bevorderen van de wildstand door middel van bijvoeren’.in de zin van artikel 37 Flora en faunawet. Niet is vereist dat er sprake zou moeten zijn van aantoonbare toename van de wildstand. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 37 van de Flora en Faunawet, meermalen gepleegd. 3. Het Hof acht bewezen dat de verdachte artikel 53 Flora- en faunawet heeft overtreden door te jagen met een geweer in een jachtveld, terwijl dit jachtveld geen aaneengesloten oppervlakte van ten minste 40 hectare per jachthouder bedroeg. Het beroep op afwezigheid van alle schuld wegens dwaling ten aanzien van de wederrechtelijkheid van de bewezenverklaarde feiten slaagt. Het hof ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging. 4. Het hof veroordeelt de verdachte voor het medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 71 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, meermalen gepleegd. Het bewezenverklaarde levert ook thans nog een overtreding op. 5. Het hof veroordeelt de verdachte voor het medeplegen van het opzettelijk in het veld toepassen van vergif. De verdachte stelde het gif aan medeverdachte beschikbaar ter bestrijding van de ratten in het veld en leverde daarmee een wezenlijke bijdrage aan de feitelijke uitvoering van het feit door zijn medeverdachte. – Het hof veroordeelt verdachte ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot geldboetes.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2382
Geef een reactie