Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar op grond van de Verordening terecht leges heeft geheven op basis van het tarief voor de functies ‘Maatschappelijk/economisch’. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. Het Hof is evenals de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de in artikel 229b, eerste lid, Gemeentewet gestelde vereisten met betrekking tot de hoogte van de tarieven. Uit de Dienstenrichtlijn vloeit niet voort dat de tariefstelling van de in geschil zijnde leges onverbindend zou zijn.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2692
Geef een reactie