WOZ. Het Hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld dat artikel 16, aanhef en onderdeel c, en artikel 17, tweede lid, van de Wet WOZ en de in deze artikelen vervatte ficties van toepassing zijn. De vastgestelde waarde van één object dient in hoger beroep te worden verminderd. Het Hof ziet geen aanleiding voor vermindering van de waarden in verband met de status van rijksmonument. IMSV. De heffingsambtenaar heeft de diverse beschikkingen en aanslagen op een “verzamelbiljet” bekend gemaakt en ook in één geschrift uitspraak gedaan. Onder deze omstandigheden ziet het Hof geen reden meervoudige spanning en frustratie aan te nemen en daarom bepaalt het Hof de vergoeding op het bedrag dat toegekend zou worden bij een enkelvoudige zaak. Het Hof kent aan belanghebbende een door de heffingsambtenaar te vergoeden immateriële schadevergoeding toe van € 1.000.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA2694
Geef een reactie