Belanghebbende, een besloten vennootschap, heeft op 30 december 2006 de in eigen beheer gevormde pensioenvoorziening ten behoeve van directeur/aandeelhouder voor een bedrag van € 2.058.467 overgedragen aan een stichting. In het bedrag van € 2.058.467 zijn begrepen een bedrag van € 681.425 aan kosten en lasten wegens na-indexatie en een bedrag van € 63.663 aan kosten en lasten wegens het verschil tussen een rekenrente van 4% en de gehanteerde interestvoet van 3,74%. De stichting heeft met de dochters van de directeur/aandeelhouder een contraverzekering gesloten, die voorziet in uitbetaling van het resterende vermogen van de stichting bij vooroverlijden van de directeur/aandeelhouder. Hof Den Bosch heeft beslist dat de kosten en lasten wegens na-indexatie bij belanghebbende geactiveerd moeten worden en niet ten laste van de winst over 2006 gebracht mogen worden. De stichting kan vanwege het sluiten van de contraverzekering niet worden aangemerkt als een pensioenlichaam waarvan het doel en de feitelijke werkzaamheden overeenkomen met een pensioenfonds in de zin van de Pensioen- en spaarfondsenwet. Voorts heeft Hof Den Bosch beslist dat de kosten en lasten wegens renteverschillen wel ten laste van de winst van belanghebbende over 2006 mogen worden gebracht. Er is geen sprake van na-indexatie omdat de overdrachtswaarde gelijk is aan de waarde in het economisch verkeer. Bovendien hebben partijen terzake ook geen na-indexatie beoogd. Uit de ratio van artikel 3.26 Wet IB 2001 volgt niet dat het hanteren van een rekenrente van 4% verplicht is.
Meer informatie: http://zoeken.rechtspraak.nl/ResultPage.aspx?snelzoeken=t&searchtype=ljn&ljn=CA3888
Geef een reactie