• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Tools & andere downloads
    • Verdieping
  • Thema’s
    • Adviseur
    • Arbeid & Loon
    • Auto
    • Belastingplan
    • Brexit
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Covid-19
    • Eenmanszaak of B.V.
    • Eindejaarstips
    • Estate planning
    • Financiële Planning
    • Formeel belastingrecht
    • Heffing lagere overheden
    • IB ondernemer
    • Internationaal & Europees recht
    • Vastgoed
    • Vpb & dividendbelasting
    • Winst uit onderneming
    • Woning
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Agenda
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Fiscaal en meer
    • Taxvice
    • Tax talks
    • Toolkits
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials

Alleen overlijden doet lijfrenteverplichting vrijvallen

19 februari 2019 door Remco Latour Leave a Comment

De Hoge Raad heeft bevestigd dat het bekend worden van een terminale ziekte van de gerechtigde tot een lijfrenteverzekering de verplichting bij een B.V. niet doet vrijvallen. Pas bij het overlijden van de verzekerde valt de lijfrenteverplichting weg zodat de waarde van de aandelen in de B.V. stijgen. Mr. Bert Alink, belastingadviseur bij Extendum en verbonden aan de Universiteit van Tilburg, geeft zijn commentaar.

Zijn de aandelen in een B.V. in handen van een ander dan de erflater, maar stijgen zij in waarde als gevolg van het overlijden van die erflater? Dan stelt de fiscus dat de aandeelhouder de waardestijging op grond van erfrecht heeft verkregen. In de zaak voor de Hoge Raad probeerde een vrouw de heffing van erfbelasting als gevolg van deze fictie te beperken. Zij hield de aandelen in een B.V. met een lijfrenteverplichting tegenover haar moeder. De dochter stelde dat de aandelen al in waarde stegen toen bekend werd dat haar moeder terminaal ziek was. Het hof verwierp dit standpunt. Zie: ‘Moment van overlijden irrelevant voor fictieve verkrijging’.

 

Bedoeling van de fictie

Voor de Hoge Raad vergaat het de dochter niet beter. De Hoge Raad wijst erop dat de fictie is bedoeld voor het bestrijden van bepaalde constructies. Bij deze constructies brengt een erflater zijn oudedagsvoorziening in een B.V. in waarvan een ander de aandelen houdt. Als de erflater overlijdt, zou zonder fictie de waardestijging van de aandelen onbelast zijn. De werkgever wil de situatie waarin de erflater zelf de aandelen houdt zoveel mogelijk hetzelfde behandelen als de situatie waarin een ander de aandelen houdt. Daardoor oordeelt de Hoge Raad dat pas bij het overlijden van de moeder de waarde van de lijfrenteverplichting naar nul daalde. De Hoge Raad bevestigt de hofuitspraak.

 

Commentaar mr. Bert Alink

Taxence vroeg Bert Alink om een kort commentaar.

'Een tot het vermogen van een B.V. behorende pensioen- of lijfrenteverplichting valt ten gevolge van het overlijden van de gerechtigde tot de uitkeringen vrij. De waardestijging van de aandelen wordt voor de heffing van erfbelasting als fictieve verkrijging in aanmerking genomen als de aandelen bij de aandeelhouder tot een aanmerkelijk belang behoren en de gerechtigde tot de uitkeringen de partner of een bloed- of aanverwant is van de erflater. In bovenstaande zaak behoorde een lijfrenteverplichting tot het vermogen van de B.V. Kort voor het overlijden van de gerechtigde tot de uitkeringen was gebleken dat de zij ernstig ziek was. De aandeelhouder was van mening dat de constatering van de ernstige ziekte er toe leidde dat aan de lijfrenteverplichting ten tijde van het overlijden niet of nauwelijks waarde kon worden toegekend. Van een waardestijging als gevolg van het overlijden kon daardoor ook niet of nauwelijks sprake zijn. De Hoge Raad beslist, in navolging van de conclusie van A-G IJzerman, dat met de ernstige ziekte van erflaatster geen rekening mag worden gehouden. De reden kan worden gevonden in de parlementaire geschiedenis bij artikel 13a Succesiewet 1956. In het geval de lijfrenteverplichting zou hebben behoord tot het vermogen van een BV waarvan de aandelen door erflater werden gehouden zou bij de constatering van de ziekte nog geen vrijval van de verplichting in aanmerking zijn genomen voor de heffing van vennootschapsbelasting. De wetgever heeft zich hier voor de heffing van erfbelasting bij aan willen sluiten. Met de beslissing van de Hoge Raad wordt voorkomen dat voor de heffing van erfbelasting onderscheid wordt gemaakt tussen gevallen waarin een erflater plotseling overlijdt of (kort) na de constatering van een ernstige ziekte.'

 

Binnenkort is het uitgebreide commentaar van Bert Alink te lezen in het NTFR. Nog geen abonnee? Klik dan hier om 3 maanden kennis te maken met NTFR.

 

Wet: art. 13a SW 1956

Meer informatie: Hoge Raad 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:235

Vorige artikel
Vooraankondiging arresten Hoge Raad 22 februari 2019
Volgende artikel
Vraag eerst akkoord voor verrekening belastingschuld

Filed Under: Estate Planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reader Interactions

Recente berichten

‘Aanpak financiële uitbuiting ouderen schiet tekort’

The perfect crime wordt het wel genoemd: financiële uitbuiting van ouderen omdat de daders er makkelijk mee wegkomen.

Online aangifte schenk- en erfbelasting vanaf 1 maart mogelijk

De aangifte erfbelasting voor een overlijden in 2021 of de aangifte schenkbelasting over een schenking in 2021 kan vanaf 1 maart via de online aangifte in Mijn Belastingdienst.

Tijdens huwelijk geld schenken

Verdeling vermogens echtgenoten niet mogelijk na overlijden

Bestaat na het overlijden van de eerste echtgenoot op grond van de huwelijkse voorwaarden geen ruimte meer om de vermogens van de echtgenoten te verdelen?

Verklaring en bankafschrift bewijzen gepinde gift wel

Voor donateurs die per pinbetaling een gift doen is het raadzaam om naast een verklaring van de algemeen nut bogende instelling een bankafschrift te hebben.

Pas periodieke gift echtpaar bij voldoende overlijdensrisico

Als een periodieke schenking mede afhankelijk is van het leven van de langstlevende echtgenoot, moet het overlijdenrisico minimaal 1% zijn.

Geef een reactie Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Zoeken

AGENDA

Verdiepingscursus aangifte erfbelasting

Online cursus familiestichting en family governance

Nationaal congres estate planning 2020

Online cursus fiscaal agrarische actualiteiten

PE-Pitstop De commanditaire vennootschap en bedrijfsopvolging

Recent nieuws

Verlaagd tarief omzetbelasting voor surflessen

‘Aanpak financiële uitbuiting ouderen schiet tekort’

Plan om ondernemers te helpen met belastingschulden

Participatie in filmfonds vormt inkomensbron

Verlenging subsidieregelingen culturele sector

Meer berichten

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Agenda
  • Tools en andere downloads
  • Vacatures
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • Fiscaal en meer
  • Taxvice
  • Tax Talks
  • Sdu Covid-19
  • Contact
  • Linkedin
  • Twitter
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

Aanmelden

×