• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Forfaitaire rendement van 4% blijft in stand in vierde proefprocedure

27 januari 2017 door Giniraynha Poulina

Rechtbank Noord-Holland oordeelt in een vierde proefprocedure dat de vermogensrendementsheffing van 4% over spaartegoeden in 2014 niet in strijd is met artikel 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Op 11 januari 2017 besliste Rechtbank Zeeland-West-Brabant in twee proefprocedures dat de fiscus ook in de jaren 2013 en 2014 belasting mag heffen over een forfaitair rendement van 4%. Zie in dit kader: ‘Box 3-heffing ook in 2013 en 2014 rechtsgeldig’. Rechtbank Noord-Holland kwam ook tot dit oordeel in de proefprocedures van 19 januari 2017 en 25 januari 2017. In de procedure van 25 januari was in geschil of de forfaitaire rendementsheffing van 4% in 2014 in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. De rechter was het met belanghebbende eens dat het rendement op spaartegoeden sinds enige tijd ruim beneden 4% ligt. Maar het rendement op aandelen, obligaties en onroerende zaken bedroeg in het verleden over een langere periode 5,5%. Daarnaast werd het forfaitaire rendement van 4% op het totale door box-3 bestreken vermogen, bezien over de lange termijn in 2014, nog wel benaderd. Volgens de rechtbank was het dan ook niet aannemelijk dat het door de wetgever voor een lange reeks van jaren veronderstelde rendement van 4% in 2014 niet meer haalbaar is. De rechter merkte tot slot nog op dat de wetgever zich de maatschappelijke discussie over het rendement op spaarsaldi heeft aangetrokken en het systeem van de vermogensrendementsheffing in verband daarmee per 1 januari 2017 heeft gewijzigd. Geen schending van artikel 1 van het EP EVRM dus.

 

Wet: artikel 5.2 Wet IB 2001

Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland, 25 januari 2017, ECLI:NL:RBNHO:2017:442

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Welke stukken stuurt Financiën in 2017 naar de Kamer?
Volgende artikel
Dialogic waarschuwt voor wijzigingen ANBI/SBBI-regeling en giftenaftrek

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Prejudiciële vragen over wijziging partnerverdeling box 3 na collectieve uitspraak massaal bezwaar

De rechtbank Den Haag vraagt de Hoge Raad of fiscaal partners na een collectieve uitspraak in de massaalbezwaarprocedure box 3 nog hun onderlinge verdeling van de grondslag sparen en beleggen mogen wijzigen, nu de gevolgen van die uitspraak pas later duidelijk worden.

rendement

Wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 aangenomen door Tweede Kamer

Het wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 is aangenomen door de Tweede Kamer.

kennisgroepstandpunt lijfrente

KGS geactualiseerd naar aanleiding van wijziging lijfrentebesluit

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft een standpunt geactualiseerd naar aanleiding van een wijziging van het Verzamelbesluit Lijfrenten en andere periodieke uitkeringen. Een inhoudelijke wijziging is niet beoogd.

belastingontwijking

Tweede Kamer wil onderzoek naar vermogen in offshore financial centers

De Tweede Kamer wil dat het kabinet het Nederlandse vermogen in offshore financial centers nader onderzoekt. Dat is de strekking van een motie die 10 juni is aangenomen.

partners-aanslag

Keuzeverdeling fiscaal partnerschap en box 3 niet te wijzigen na onherroepelijke aanslag

De onderlinge verdeling van box 3 en de keuze voor het hele jaar fiscaal partnerschap kunnen na onherroepelijk vaststaande aanslagen niet meer worden aangepast.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass Vermogen in box 1, 2 en 3: de afwegingen

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Masterclass Box 3 – veilig door het overbruggingsstelsel

AGENDA

Cursus ESG Reporting & Datamanagement

ESG Essentials

Certified ESG Management

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Samenhang testament, statuten & aandeelhoudersovereenkomst bij bedrijfsopvolging

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Geavanceerd prompten voor fiscalisten

Masterclass AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus AI, GenIA-L, ChatGPT en Copilot in de Fiscale Praktijk

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?


×