De Hoge Raad vernietigt een uitspraak van Hof Den Haag omdat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de ondernemer niet in redelijkheid mocht menen dat de primitieve aanslagen juist waren vastgesteld.
Een ondernemer drijft sinds 2013 een eenmanszaak. Voor 2015 en 2016 heeft hij geen aangiften ib/pvv ingediend, terwijl hij voor 2017 en 2018 te lage aangiften deed. De inspecteur legt na een boekenonderzoek navorderingsaanslagen ib/pvv en zvw op over de jaren 2015 tot en met 2018. Voor 2017 en 2018 bedragen de correcties meer dan 30% van de verschuldigde belasting. Het hof oordeelt dat navordering is toegestaan op grond van de kenbare fout-regel van art. 16, lid 2, onderdeel c, AWR. Volgens het hof kon de ondernemer in redelijkheid niet menen dat de primitieve aanslagen juist waren, mede gezien correspondentie met zijn gemachtigde.
Onvoldoende motivering hof
De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende motiveert waarom de ondernemer niet mocht vertrouwen op de primitieve aanslagen. Een deel van de correspondentie zag op eerdere jaren (2015 en 2016), wat niet relevant is voor de aanslagen 2017 en 2018. Voor 2017 blijkt uit de stukken niet dat lopende discussies speelden bij oplegging van de aanslag. Voor 2018 vond correspondentie over autokosten pas plaats in mei en juni 2020, dus ná de dagtekening van de primitieve aanslag (18 april 2020). Het oordeel van het hof kan daarom niet in stand blijven.
Toerekening kennis adviseur
De Hoge Raad merkt op dat bij toepassing van art. 16, lid 2, onderdeel c, AWR de stelplicht en bewijslast bij de belastingplichtige liggen. Daarbij kan de vraag spelen in hoeverre kennis en inzicht van een adviseur aan de belastingplichtige moeten worden toegerekend. Volgens de Hoge Raad is dat mogelijk, maar geldt steeds een objectieve maatstaf: het gaat om wat in redelijkheid verwacht mag worden van een gemiddelde belastingplichtige of adviseur.
De zaak wordt verwezen naar Hof Amsterdam voor verdere behandeling.
Wet: art. 16 AWR
Bron: Hoge Raad, 26-09-2025, ECLI:NL:HR:2025:1391, 24/01975 | NDFR





Geef een reactie