
De wet tot versterken van de toepassing van het profijtbeginsel bij de watersysteemheffing, het geven van ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en het oplossen treedt 1 januari 2026 in werking.
Daarop is één uitzondering gemaakt. Artikel I, onderdeel G, onder 5, van de wet treedt twee jaar later in werking dan de overige artikelen van de wet. Hierdoor wordt het percentage van 30% waarmee de kostendelen voor de watersysteemheffing voor de categorieën ongebouwd en natuur kunnen worden verhoogd of verlaagd per 1 januari 2028 teruggebracht naar 25%
De wet versterkt in de Waterschapswet, de Waterwet en de Algemene wet bestuursrecht de toepassing van het profijtbeginsel bij watersysteemheffingen. Hiermee krijgen waterschappen betere mogelijkheden om het profijtbeginsel toe te passen. Wie profijt (voordeel) heeft, betaalt. Dit kan leiden tot verschillen in waterschapsheffingen tussen ingezetenen, eigenaren van gebouwd onroerend goed, eigenaren van ongebouwd terrein en eigenaren van natuurterreinen.
Bron: Besluit van 11 april 2025, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Stb. 2025, 101
Geef een reactie