• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

KGS doorschuiffaciliteit artikel V WFGR als bestaan fgr voorafgaand aan 1 januari 2025 wordt beëindigd

11 november 2024 door Anne-Marie Noordenbos

fusie

De Kennisgroep reorganisatiefaciliteiten en fiscale eenheden heeft voor twee praktijksituaties de vraag beantwoord of een fonds voor gemene rekening gebruik kan maken van de doorschuiffaciliteit van artikel V WFGR, indien het bestaan van een fgr voorafgaand aan 1 januari 2025 wordt beëindigd.

  • Naar huidig recht (2024) kwalificeert G als een fonds voor gemene rekening in de zin van artikel 2, vierde lid, van de Wet Vpb 1969. Daardoor is G naar huidig recht op grond van artikel 2, eerste lid, onderdeel f, Wet Vpb 1969 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
  • De Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling) leidt er toe dat G bij ongewijzigde omstandigheden met ingang van 1 januari 2025 niet langer voldoet aan de definitie van fonds voor gemene rekening. Daardoor is zij met ingang van 1 januari 2025 niet meer zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, wordt zij geacht onmiddellijk daaraan voorafgaand al haar vermogensbestanddelen te hebben overgedragen aan de deelgerechtigden en wordt zij geacht te zijn opgehouden in Nederland belastbare winst te genieten.
  • De bij ongewijzigde omstandigheden door G behaalde winst behoeft op grond van de doorschuiffaciliteit van artikel V WFGR onder voorwaarden niet in aanmerking te worden genomen. Een van de voorwaarden is dat alle deelgerechtigden onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Aangenomen wordt dat bij ongewijzigde omstandigheden aan alle overige voorwaarden voor toepassing van genoemde doorschuiffaciliteit wordt voldaan.

Vragen

  1. De deelgerechtigden zijn – in gelijke mate – de in Nederland gevestigde en naar Nederlands recht opgerichte A BV en B BV. Zij zijn eveneens belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. A BV en B BV besluiten gezamenlijk om het bestaan van G te beëindigen. G houdt op 1 oktober 2024 op te bestaan en in Nederland belastbare winst te genieten. Er is sprake van een positieve stakingswinst.

    Kan G de doorschuiffaciliteit van artikel V WFGR toepassen op de stakingswinst?
  2. De deelgerechtigden zijn de natuurlijke personen A en B, beiden woonachtig in Nederland. A en B hebben beiden een aanmerkelijk belang in G. Er wordt niet voldaan aan de voorwaarde dat alle deelgerechtigden onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2025 zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Daarom dragen A en B in het kader van een aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, WFGR ieder hun deelgerechtigdheid in G over aan H BV. Als gevolg van de aandelenfusie wordt H BV de enige deelgerechtigde in G en eindigt het bestaan van het fonds voor gemene rekening (zie o.a. HR 24 januari 2020, ECLI:NL:HR:2020:115, r.o. 3.3.3). Daardoor houdt G op 1 oktober 2024 op in Nederland belastbare winst te genieten. Er is sprake van een positieve stakingswinst.

    Kan G de doorschuiffaciliteit van artikel V WFGR toepassen op de stakingswinst?

Antwoord

Nee, noch in situatie 1 noch in situatie 2 kan G de doorschuiffaciliteit van artikel V WFGR toepassen op de stakingswinst. Voor situatie 2 kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van een goedkeuring. Zie het besluit van 20 december 2023 (Stcrt. 2023, 32430) zoals gewijzigd bij besluit van 23 augustus 2024 (Stcrt. 2024, 28426).

Bron: Belastingdienst, 8 november 2024

Online cursus Alternatieve privacystructuren OCV & OFGR

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Belastingdienst verstuurt brieven over verjaring box 3-aanslag 2021
Volgende artikel
Uitbreiding gerechtigdheid bedrijf? Voldoe aan bezitseis

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

valuta

Standpunt afdekkingsinstrument en verwachte uitkering bij waarde deelneming nihil

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft de vraag beantwoord of een positieve beschikking op grond van artikel 13, zevende lid, Wet Vpb 1969 afgegeven kan worden in de situatie waarin een uitkering wordt verwacht van een deelneming die een andere functionele valuta hanteert dan de belastingplichtige en de waarde van de deelneming niet meer dan nihil bedraagt.... lees verder

Fonds voor gemene rekening

Internetconsultatie aanpassing fonds voor gemene rekening

Het ministerie van Financiën is een internetconsultatie gestart over een aanpassing van het fonds voor gemene rekening.

woningbouw kavel

Woningcorporaties: miljarden vennootschapsbelasting ten koste van nieuwbouw

De vennootschapsbelasting die woningcorporaties betalen, loopt de komende jaren sterk op. Lag de jaarlijkse last de afgelopen jaren rond € 700 miljoen in 2029 wordt dat naar verwachting circa 1,5 miljard euro. Dat beperkt de investeringsruimte die nodig is om de woningnood aan te pakken. Aedes roept de formerende partijen daarom op de Vpb-plicht voor corporaties af te schaffen.

ministerie financien

Fiscaal verzamelbesluit 2025

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fiscaal Verzamelbesluit 2025 gepubliceerd.

cadeaubon

Standpunt bijkomstige werkzaamheden en fbi-regime

De Kennisgroep bijzondere winstbepalingen vpb heeft een vraag beantwoord over de toepassing van het regime voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969. De vraag ziet op ‘bijkomstige werkzaamheden die rechtstreeks verband houden met beleggingen in vastgoed’ in de zin van artikel 28, derde lid, onderdeel e, Wet Vpb 1969.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×