• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Mededeling standpunt toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan partieel buitenlandse belastingplichtige

24 november 2025 door redactie

massaal bezwaar plus procedure 2017 tot en met 2020

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst en de Kennisgroep IBR IB niet-winst/LB/PH hebben aan het standpunt over de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan een partieel buitenlandse belastingplichtige een mededeling toegevoegd ten aanzien de toepassing van het beleid uit het standpunt.

Let op!

Dit standpunt wijkt af van het eerdere beleid dat is uitgedragen en breed is toegepast in de uitvoeringspraktijk. Gelet daarop zal dit standpunt door de Belastingdienst tot en met belastingjaar 2026 nog niet worden toegepast. Dit betekent dat het standpunt geen gevolgen zal hebben voor de toerekening van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aan de partieel buitenlandse belastingplichtige, omdat het overgangsrecht voor de partieel buitenlandse belastingplichtige met ingang van 1 januari 2027 is afgelopen. Voor andere belastingplichtigen waarbij dit vraagstuk speelt, zoals geprivilegieerden, kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen en non-discriminanten, zal het standpunt met ingang van 1 januari 2027 worden toegepast. Het standpunt zal nog worden aangepast naar deze groepen belastingplichtigen.

Aanleiding

A heeft gebruik gemaakt van de expatregeling (30%-regeling) en is naar Nederland gekomen om hier te wonen en werken. Partner B en hun minderjarige kind C zijn eveneens naar Nederland gekomen. Tot de algehele gemeenschap van goederen behoort op 1 januari 2024 een inkomen uit aanmerkelijk belang in een buitenlandse vennootschap van € 100.000 en een banktegoed van € 800.000. Daarnaast heeft C op 1 januari 2024 een banktegoed van € 100.000.

Bij het doen van aangifte inkomstenbelasting 2024 opteert A voor toepassing van de partieel buitenlandse belastingplicht van artikel 2.6 van de Wet IB 2001 jo. artikel 11 van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting, zoals deze artikelen tot en met 31 december 2024 luidden. Op basis van deze artikelen wordt de partieel buitenlandse belastingplichtige voor de heffing in box 2 en 3 belast volgens de regels van de buitenlandse belastingplicht welke zijn opgenomen in hoofdstuk 7 Wet IB 2001. Het gemeenschappelijke inkomen uit aanmerkelijk belang en de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen worden in de aangiften van A en B geheel toegerekend aan A.

Vraag

Op welke wijze vindt de toerekening aan de partieel buitenlandse belastingplichtige plaats van:

  • de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen,
  • een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel, en
  • de rendementsgrondslag van het minderjarig kind,

wanneer deze gedeeltelijk bestaan uit vermogens- of inkomensbestanddelen die niet tot de heffingsgrondslag van een buitenlandse belastingplichtige behoren?

Antwoord

Allereerst worden de grondslag sparen en beleggen en de inkomensbestanddelen individueel voor beide partners vastgesteld, met inachtneming van de fiscale regels die gelden voor de desbetreffende belastingplichtige. Vervolgens worden de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen en de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen berekend – door de individueel vastgestelde grondslag sparen en beleggen en de individueel vastgestelde inkomensbestanddelen bij elkaar op te tellen – en toegerekend aan de partieel buitenlandse belastingplichtige. Het toerekenen van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen of een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel aan een partieel buitenlandse belastingplichtige leidt niet tot een lager belastbaar inkomen dan wanneer aan een binnenlandse belastingplichtige partner wordt toegerekend.

Het toerekenen van de rendementsgrondslag van een minderjarig kind aan de ouders die het ouderlijk gezag voeren en waarvan één van de ouders heeft geopteerd voor de partieel buitenlandse belastingplicht, leidt evenmin tot een lager belastbaar inkomen.

Bron: Belastingdienst, 21 november 2025

Filed Under: Financiële planning, Fiscaal nieuws, Nieuws

Reageer
Vorige artikel
Nederland en Thailand sluiten nieuw belastingverdrag
Volgende artikel
Vermelden e-mailadres in bezwaarformulier geen toestemming voor digitale bekendmaking uitspraak

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

ministerie financien

Fiscale verzamelwet 2026 gepubliceerd

De Fiscale Verzamelwet 2026 is in het Staatsblad gepubliceerd.

Box 3: termijnverlenging nadere motivering bezwaren en verzoeken

De termijn om het bezwaar of verzoek box 3 nader te motiveren door het formulier Opgaaf werkelijk rendement in te dienen bedraagt 12 weken. Naar aanleiding van vragen en signalen van meerdere fiscaal dienstverleners heeft de Belastingdienst besloten om de indieningstermijn voor fiscaal dienstverleners te verlengen tot 1 mei 2026.

pensioenwet

Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd

De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.

lijfrente

Wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen door Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2026 aangenomen.

Lastenverzwaring box 3 gaat niet door, wel versnelde afbouw Wet Hillen

De geplande lastenverzwaring in box 3 voor spaarders en beleggers in 2026 gaat niet door. Om het gat in de begroting te dichten kiest de Tweede Kamer ervoor de Wet Hillen versneld af te bouwen.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

Specialisatieopleiding Vermogensstructurering

Masterclass Actualiteiten vermogensstructurering 2025

Masterclass Box 3 – Forfaitair stelsel met een Tegenbewijsregeling en de toekomst na 2028

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×