• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Misbruikbepaling in verdrag met Malta verhindert aftrek ter voorkoming van dubbele belasting

20 oktober 2025 door Redactie

malta

De Hoge Raad oordeelt dat een bv die haar zetel naar Malta verplaatst en daar valt onder het remittance-basisregime, geen aanspraak kan maken op verdragsvoordelen om dubbele belasting te voorkomen. De inspecteur mocht de objectvrijstelling weigeren.

De zetel van belanghebbende, een Nederlandse bv, is op 1 december 2011 verplaatst naar Malta. Aldaar werd zij in 2012-2014 feitelijk geleid. Haar aandelen worden sinds eind 2011 gehouden door een Belgische cv waarin de voormalige dga van belanghebbende voor 99,99% is gerechtigd. Hij woont sinds 1 januari 2012 in Frankrijk. Voor 2012 t/m 2014 wil belanghebbende de objectvrijstelling van artikel 15e Wet Vpb 1969 voor Zwitserse vermogenswinsten c.q. Duitse handelswinst. Belanghebbende wordt in Malta als non-domiciled resident aangemerkt. Zij heeft voor 2012 t/m 2014 in Malta buitenlands inkomen aangegeven dat niet naar Malta is overgemaakt. Voor 2013 heeft zij in Malta Duitse handelswinst aangegeven als buitenlands inkomen dat (wel) belast is in Malta. Belanghebbende heeft in 2013 dividend aan de cv uitgekeerd. De inspecteur heeft voor 2012 t/m 2014 de objectvrijstelling geweigerd.

Hof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:704, NTFR 2022/990) heeft geoordeeld dat de remittancebepaling van artikel 2 lid 5 Verdrag Nederland-Malta op de door een non-domiciled resident vennootschap genoten vermogenswinsten geen toepassing vindt, omdat deze vermogenswinsten ook niet in Malta belastbaar zijn als deze wel in Malta zijn ontvangen. Verder heeft het hof geoordeeld dat de eerste volzin van artikel 30 lid 1 van het verdrag – dat volgens het hof niet in strijd met het Unierecht is – op belanghebbende van toepassing is, zodat het verdrag op belanghebbende niet van toepassing is en belanghebbende voor de onderhavige jaren dus is uitgesloten van de verdragsvoordelen. Daarom heeft de inspecteur volgens het hof terecht de vermogenswinsten en de commissies in de grondslag van de wereldwinst van belanghebbende betrokken. Tot slot heeft het hof geoordeeld dat belanghebbende vanwege het niet van toepassing zijn van het verdrag de door Malta over de commissies voor het jaar 2013 geheven belasting op grond van artikel 10 lid 1 onderdeel e Wet Vpb 1969 ten laste van haar winst van 2013 mag brengen.

De Hoge Raad sluit zich aan bij de oordelen van het hof zodat de cassatiemiddelen I t/m IV van belanghebbende falen. In middel V klaagt belanghebbende erover dat de zetel van het hof zich ten onrechte niet heeft verschoond. Op de zitting van 12 oktober 2021 werd de inspecteur namelijk tot bijstand vergezeld van een lid van de Coördinatiegroep Constructiebestrijding van de Belastingdienst dat kort voor die zitting had opgetreden als spreker op een driedaagse conferentie van het belastingteam van het hof, die alle leden van de zetel hebben bijgewoond. Middel V faalt eveneens omdat belanghebbende reeds tijdens de zitting met dit feit bekend was maar uitdrukkelijk en ondubbelzinnig heeft afgezien van het doen van een wrakingsverzoek. Dan kan in cassatie niet alsnog worden geklaagd over het niet-verschonen door de betrokken raadsheren.

(Cassatieberoep ongegrond.)

Wet: art. 30 Verdrag Nederland – Malta

Bron: Hoge Raad 17 oktober 2025, ECLI:NL:HR:2025:1568, 22/00855 | NDFR

Filed Under: Fiscaal nieuws, Internationaal & Europees recht, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Voorlopige aanslag blijft staan na vernietiging definitieve aanslag
Volgende artikel
Belastingdienst Curaçao onder vuur om wanpraktijken

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

salaris 2023

Ingangsmoment voortzetting 30%-regeling terecht vastgesteld

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het aanvangsmoment van de voortzetting van de 30%-regeling juist heeft vastgesteld. De late indiening van het verzoek leidt tot een latere ingangsdatum.

preferente aandelen

Besluit over inkoop eigen aandelen geactualiseerd

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met een verduidelijking van de reikwijdte van artikel 10c van de Wet Vpb 1969 met betrekking tot derivaten.De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met een verduidelijking van de reikwijdte van artikel 10c van de Wet Vpb 1969 met betrekking tot derivaten.

BEFIT

Besluit verrekening buitenlandse heffing afgezonderd particulier vermogen in verdragssituaties

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met een goedkeuring voor de verrekening van de ter zake van een afgezonderd particulier vermogen in het buitenland geheven belasting met verschuldigde inkomstenbelasting in verdragssituaties.

bfi's

Documenten openbaar over beleidsbesluit Omzetbelasting Vaste Inrichting arresten HvJ EU

De staatssecretaris van Financiën heeft documenten openbaar gemaakt over het gewijzigd beleidsbesluit Omzetbelasting Vaste Inrichting over de arresten van het Hof van Justitie van de EU van 17 september 2014, Skandia en van 11 maart 2021, Danske Bank.

splitsing

Besluit over geruisloze omzetting gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met de standaardvoorwaarden en het beleid voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting voor een geruisloze omzetting op grond van artikel 3.65 Wet IB 2001.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Pillar 2: Wet Minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Opleidingen

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Vennootschapsbelastingplicht stichtingen & verenigingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus toepassing box 3 in de praktijk

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Gebruikelijk loon 2026

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Specialisatieopleiding Estate Planning

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

Online cursus Digitale goederen in de wettelijke vereffening

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×