• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

NTFR
  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Nieuw besluit keuzeregeling buitenlandse belastingplichtige

14 mei 2013 door Giniraynha Poulina

Het besluit over de keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen en de inhaal- en terugnameregeling bij negatieve inkomsten uit eigen woning, die vorig jaar is gepubliceerd is onlangs geactualiseerd. Dit besluit bevat drie nieuwe goedkeuringen die gericht zijn op de berekeningswijze van de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting.

Keuzeregime

Het kan voor de buitenlandse belastingplichtigen soms fiscaal en financieel voordelig zijn om te worden behandeld als binnenlandse belastingplichtige. De keuzeregeling biedt deze mogelijkheid. Als een buitenlande belastingplichtige hiervan gebruik wil maken moet hij zijn wereldinkomen opgeven voor de belastingheffing in Nederland. Hij kan dan bij de opgave van het inkomen uit werk en woning (box 1) het saldo van de negatieve inkomsten uit de in het woonland gelegen eigen woning in aftrek brengen. De fiscus kan deze negatieve inkomsten uit de buitenlandse eigen woning echter terugnemen als (in een toekomstig jaar per saldo) sprake is van positieve ‘buitenlandse’ inkomsten. Deze negatieve inkomsten worden ook teruggenomen als de belastingplichtige in latere jaren niet meer kiest voor behandeling als binnenlandse belastingplichtige. Deze terugname- en inhaalregeling zouden volgens Hof Den Bosch (LJN: BV7552) in strijd zijn met Europees recht.

 

Besluit van 14 juni 2012

De staatssecretaris heeft op 14 juni 2012 naar aanleiding van deze uitspraak een besluit gepubliceerd waarin hij het volgende goedkeurt. Buitenlandse belastingplichtigen met een inkomen die voor 90% of meer in Nederland is belast en bij wie op grond van de keuzeregeling de negatieve inkomsten uit de buitenlandse eigen woning in mindering op het inkomen uit werk en woning zijn gekomen, krijgen niet meer te maken met de terugname- en inhaalregeling. Met andere woorden de negatieve inkomsten uit eigen woning worden onder voorwaarden niet meer (in enig jaar) teruggenomen of ingehaald.

 

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor deze goedkeuring kijkt de Belastingdienst allereerst of aan de 90%-eis is voldaan. In het geval van fiscaal partnerschap is het gezamenlijke bedrag van de verzamelinkomens van de belastingplichtige en zijn partner van belang. Als de partner niet voor de keuzeregeling heeft geopteerd, mag de belastingplichtige alleen zijn eigen deel van de hypotheekrenteaftrek opvoeren. De belastingplichtige of zijn fiscale partner mag bovendien geen recht hebben op hypotheekrenteaftrek in het woonland. Hiermee wil de staatssecretaris dubbele aftrek voorkomen. Een andere belangrijke voorwaarde is dat de buitenlandse belastingplichtige inwoner moet zijn van een EU-land of een van de EER-landen (Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).

 

Geactualiseerd besluit

In het geactualiseerd besluit dat op 14 mei 2013 in werking is getreden zijn drie nieuwe goedkeuringen opgenomen voor buitenlandse belastingplichtigen die voldoen aan de 90%-eis en die ook nog inkomsten hebben die niet in Nederland zijn belast. De goedkeuringen hebben betrekking op de berekeningswijze van de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting.

 

‘Per country’ methode

Zo mag bij buitenlandse belastingplichtigen die aan de 90%-eis voldoen de ‘per country’ methode (berekening per land gemaakt) worden toegepast in plaats van de ‘overall methode’. In beginsel wordt de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting berekend over het totale buitenlandse inkomen (‘overall methode’) wanneer de niet in Nederland belaste inkomsten van een kiezende buitenlandse belastingplichtige afkomstig zijn uit meerdere landen. Een kiezende buitenlandse belastingplichtige die buitenlandse negatieve inkomsten, anders dan die uit eigen woning, in combinatie met positieve inkomsten uit een ander land heeft, zou zonder deze goedkeuring namelijk niet voor alle buitenlandse positieve inkomsten vermindering krijgen.

 

Belastingdeel heffingskorting

De staatssecretaris keurt ook goed dat vermindering vanwege keuzerecht bij buitenlandse belastingplichtigen die aan de 90%-eis voldoen, wordt berekend voordat de heffingskorting is toegepast. Normaal gesproken gebeurt dat na toepassing van de heffingskorting. Dit zou betekenen dat het belastingdeel van de heffingskorting evenredig wordt toegedeeld aan de Nederlandse en de buitenlandse inkomsten.

 

Inkomensvoorzieningen en persoonsgebonden aftrek

Om ervoor te zorgen dat de uitgaven voor inkomensvoorzieningen en de persoonsgebonden aftrek volledig in aanmerking worden genomen, worden de uitgaven die op grond van de keuzeregeling in mindering op het inkomen uit werk en woning zijn gekomen, niet opgeteld bij het noemerinkomen. Door deze uitgaven bij het noemerinkomen op te tellen worden deze uitgaven namelijk evenredig toegerekend aan de Nederlandse en de buitenlandse inkomsten. De staatssecretaris vindt dat niet gewenst voor gevallen waarbij het inkomen van de buitenlandse belastingplichtige voor 90% of meer in Nederland is belast.

 

Verzoek indienen

De staatssecretaris merkt nog op dat voor aanslagen die zien op jaren ná 2012 de Belastingdienst de goedkeuringen automatisch zal toepassen. De goedkeuringen gelden ook voor aanslagen tot en met belastingjaar 2012, die op de datum van dit besluit nog niet onherroepelijk vaststaan. De belastingplichtige moet in dat geval zelf een verzoek indienen bij de Belastingdienst.

 

Wet: artikel 2.5 Wet IB 2001, artikel 3 en 6 Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting

Meer informatie: Ministerie van Financiën, Besluit van 13 mei 2013, nr. DGB 2013/201M

Filed Under: Eigen woning, Internationaal & Europees recht, Nieuws, Verdieping

Reageer
Vorige artikel
Factuur onvolledig? Geen aftrek en afdracht kwijt!
Volgende artikel
Fiscus herziet afspraken met Portugees energiebedrijf EDP

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

waarde huis box 3

Hof bevestigt WOZ-waarde van € 2.030.000; informatieplicht nageleefd

De WOZ-waarde van een woning blijft staan. Het hof ziet geen fout in de informatieverstrekking.

buitenlands belastingplichtigen

Fiscale belang trailing tax beperkt

Het fiscale belang van een verlengde belastingplicht na emigratie voor zeer vermogende personen is beperkt en de uitvoeringslasten zijn groot.

Belastingontwijking

Bronbelasting zeer effectief bij bestrijding rente- en royaltystromen

De bronbelasting blijkt zeer effectief in de bestrijding van rente- en royaltystromen, al is er weinig effect zichtbaar in de dividendstromen naar laagbelastende jurisdicties. Ook blijkt de maatregel tegen mismatches bij toepassing van het zakelijkheidsbeginsel effectief in het tegengaan van dubbele niet‑heffing.​

aanpak witwassen; belastingparadijs

Opnieuw minder bedrijfswinsten via Nederland naar belastingparadijzen

De inkomens uit buitenlandse directe investeringen en royalty’s die vanuit Nederland naar landen met een laag belastingtarief stromen, zijn in 2024 opnieuw afgenomen blijkt uit nieuwe cijfers van DNB. Waar deze geldstromen eerder vooral bestonden uit royalty‑inkomsten, zoals merk- en auteursrechten, gaat het nu vooral om dividenden.

minimumbelasting

Standpunt berekening inkomen-inclusiebijheffing bij interne overdracht van een laagbelaste groepsentiteit

De Kennisgroep Pijler 2 heeft een vraag beantwoord over de berekening van het bedrag aan inkomen-inclusiebijheffing ingeval van een overdracht, binnen dezelfde groep, gedurende het verslagjaar, van een laagbelaste groepsentiteit door een in Nederland gevestigde moederentiteit aan een andere moederentiteit die gevestigd is in een andere staat.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Masterclass in de Eigenwoningregeling

Opleidingen

Masterclass Pillar 2 – Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Verdiepingscursus Internationale aspecten loonheffing

AGENDA

Webinar voorjaarsnota & vooruitblik Belastingplan 2026

Online cursus Estate planning voor de AB-houder & inkomstenbelasting

Masterclass verantwoord adviseren: Ethiek als kompas in de fiscaliteit

Online cursus ViDA – btw in het digitale tijdperk

Verdiepingscursus DGA-advisering

Leergang Erfrecht

Stoomcursus Estate planning praktisch ingezet

Online cursus Schenken en lenen in familieverband

Mindful het nieuwe jaar in

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×