• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
  • Skip to footer
  • Nieuwsbrief
  • Contact

Taxence

Taxence

  • Nieuws & achtergrond
    • Nieuws
    • Branchenieuws
    • Blogs
    • Verdieping
  • Thema’s
    • AI & Tax Technology
    • Arbeid & Loon
    • Belastingplan
    • BTW & Overdrachtsbelasting
    • BV & DGA
    • Duurzaamheid (ESG & CSRD)
    • Estate planning
    • Alle thema’s
  • Opleidingen
    • AI & Tax Tech
    • ESG & CSRD
    • Estate Planning
    • BTW
    • Vastgoed
    • Internationaal
    • Arbeid & Loon
    • Formeel
    • Familiebedrijven
    • VPB
    • Pensioen
  • Carrière
    • Personalia
    • Vacatures
    • Vacature toevoegen
    • Partners
  • Vakinformatie
    • NDFR
    • Addify
    • JES! Knowledge
    • Fiscaal en meer
    • Tax talks
    • Vakblad Estate Planning
    • Specials
  • Kennisbank

Nieuwe standpunten inzake subjectieve vrijstellingen Vpb

17 december 2019 door Annemiek Zwaan

Natuurschoonwet

Financiën heeft een besluit gepubliceerd inzake de subjectieve vrijstellingen voor natuurschoonlichamen, pensioenlichamen, zorglichamen en sociale werkbedrijf-lichamen. In het besluit zijn nieuwe standpunten opgenomen en zijn een aantal onderdelen verduidelijkt.

In dit besluit is het beleid opgenomen over de subjectieve vrijstellingen opgenomen in art. 5 lid 1 onderdelen a, b en c Wet Vpb 1969. Het beleid uit het besluit met nummer 2018-24470 (Stcrt. 2018, 68662) is op onderdelen verduidelijkt. In dit besluit zijn onder meer de volgende standpunten opgenomen:

  • er is een beleidsstandpunt opgenomen over de instandhoudingswerkzaamhedeneis, die geldt voor de vrijstelling van natuurschoonlichamen (onderdeel 2);
  • in onderdeel 3.2.2 is een uitbreiding van de generale toestemming opgenomen;
  • er is een algemeen toetsingskader gegeven voor de werkzaamhedeneis zoals het genezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, wezen of ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen (art. 5 lid 1 onderdeel c ten eerste Wet Vpb 1969) (onderdeel 4);
  • er is een beleidsstandpunt opgenomen over preventie-werkzaamheden (onderdeel 4.2.2);
  • er is een verduidelijking gegeven van de doelgroep-eis die geldt voor de vrijstelling van art. 5 lid 1 onderdeel c ten eerste en ten tweede Wet Vpb 1969 (onderdeel 4.3);
  • het standpunt over het gezondheidscentrum en huisartsendienstenstructuur is vervallen. Reden hiervan is dat er in toenemende mate sprake is van multidisciplinaire gezondheidscentra waarin een breed scala aan zorgverleners met elkaar samenwerken. Omdat gezondheidscentra niet op uniforme wijze zijn georganiseerd, kan niet in zijn algemeenheid worden aangegeven welke werkzaamheden van een gezondheidscentrum kwalificeren voor de zorgvrijstelling.
  • het beleid over de werkzaamheden van thuiszorgorganisaties is geactualiseerd (onderdeel 4.4.2);
  • er zijn beleidsstandpunten opgenomen over de werkzaamheden van verzelfstandigde medische laboratoria (onderdelen 4.4.3);
  • er is beleid opgenomen over de vrijstelling inzake het bieden van een passende werkzaamheid aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking (art. 5 lid 1 onderdeel c ten tweede van de Wet Vpb 1969) (onderdeel 5);
  • er is beleid over de winstbestemmingseis van art. 4 Uitvoeringsbesluit Vpb 1971 opgenomen (onderdeel 6);
  • het besluit bevat een overgangsregeling voor bepaalde groepen zorglichamen en sociale werkbedrijven (onderdeel 7).

Nieuw in dit besluit is dat:

  • in de laatste volzin van de eerste alinea van onderdeel 4.2.1. de woorden ‘de Jeugdwet’ zijn opgenomen en aan het slot van dit onderdeel nog een alinea is toegevoegd;
  • de aanhef van onderdeel 4.4.3 is aangepast;
  • in een nieuw onderdeel 4.4.5 beleid is opgenomen over de werkzaamheden van jeugdhulpaanbieders;
  • aan het slot van onderdeel 6.2.2 een zin is toegevoegd;
  • een aantal voorwaarden in de onderdelen 6.2.3, 6.2.4.1 en 6.2.4.2 is verduidelijkt resp. aangepast;
  • aan het slot van de eerste alinea van onderdeel 6.2.4.2 een zin is toegevoegd;
  • de overgangsregeling die is opgenomen in de derde en vierde alinea van onderdeel 7 verder is verduidelijkt.

Meer informatie: Ministerie van Financien, 13 december 2019, nr. 2019-187751 (Stcrt. 2019, 66223); Ministerie van Financien, 20 december 2018, nr. 2018-24470 (Stcrt. 2018, 68662)

Wet: art. 5 Wet Vpb 1969

Komt u in de praktijk regelmatig in aanraking met de Vennootschapsbelasting, maar mist u de nodige achtergrondkennis? Bestel het boek ‘Wegwijs in de Vennootschapsbelasting’ nu t/m 31-12 met 20% korting (met code EINDEJAAR20) in de Sdu webshop

Filed Under: Fiscaal nieuws, Nieuws, Vpb & Div.bel

Reageer
Vorige artikel
Nieuw en gewijzigd besluit gepubliceerd
Volgende artikel
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2020

Reader Interactions

Gerelateerde berichten

Mededeling toepassing aftrek wegens fictieve loonkosten

Het ministerie van Financiën heeft een mededeling gepubliceerd over de toepassing van de hardheidsclausule wegens fictieve loonkosten door een stichting die namens sportverenigingen kantine exploiteert.

Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd

De staatssecretaris van Financiën heeft het Fondsenbesluit 2025 gepubliceerd.

verruiming exportkredietverzekeringen

Geen teruggaaf dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen ondanks beroep op EU-recht

Buitenlandse beleggingsfondsen krijgen geen teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. Het hof volgt de lijn van de Hoge Raad en ziet geen schending van het vrije kapitaalverkeer.

lening zakelijk

Lening aan gelieerde vennootschap onzakelijk; rentevordering wel aftrekbaar door gewekt vertrouwen

De rechtbank oordeelt dat de door de bv verstrekte lening onzakelijk is en daarom niet ten laste van de winst mag worden afgewaardeerd. Wel mag de bv, vanwege een duidelijke toezegging van de inspecteur, de rentevorderingen in aftrek brengen.

verlies houdsterbeschikking

Standpunt voortgezette onderneming en staking binnen fiscale eenheid (liquidatieverliesregeling)

De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling heeft een vraag beantwoord over de toepassing van de liquidatieverliesregeling in het geval een onderneming van een niet tot de fiscale eenheid behorende deelneming van de belastingplichtige binnen de fiscale eenheid is voortgezet door een gevoegde dochtermaatschappij en op termijn binnen die fiscale eenheid wordt gestaakt.

Geef een reactie Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Primary Sidebar

Opleidingen

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

Online cursus Wet Fiscaal Kwalificatiebeleid Rechtsvormen (incl. aanpassing FGR)

PE-Pitstop Emigratie van de aanmerkelijk belanghouder

Online cursus afwaarderen & kwijtschelden van vorderingen

AGENDA

Stoomcursus Vastgoedrekenen en -financieren

Online Basistraining AI voor de fiscale praktijk

Cursus AI-Implementatie – Organiseren van AI-geletterdheid

Verdiepingscursus Aangifte erfbelasting

Masterclass Inbreng in en terugkeer uit de BV

Masterclass Fiscale aspecten fusies & overnames

AI Governance & Compliance: Veilige toepassing van AI in juridische/fiscale praktijk

Online cursus CV en bedrijfsopvolging

Stoomcursus Erfrecht – Civiel en fiscaal – Het hele erfrecht in één dag! 

Verdiepingscursus Erven en schenken

Meer opleidingen

Footer

  • Fiscaal nieuws
  • Opleidingen
  • Kennisbank
  • Vacatures
  • Over ons
  • Adverteren op Taxence
  • NDFR
  • JES! (ESG producten)
  • Fiscaal en meer
  • Addify
  • Tax Talks
  • Register Estate Planners (REP)
  • Contact
  • Linkedin
  • X
  • Facebook
  • Aanmelden nieuwsbrief
  • Naar Lefebvre Sdu Webshop

Taxence is een uitgave van
Lefebvre Sdu
Maanweg 174
2516 AB Den Haag

Powered by Lefebvre Sdu

  • Disclaimer
  • Privacy Statement en Cookiebeleid
lefebvre SDU

Het laatste nieuws van
Taxence in je mail?

×